maandag 23 februari 2015

Offers, zonden, en offers

God treft voorbereidingen voor wanneer het volk in het beloofde land zal komen: hij vertelt Mozes nog een keer, hoe en wanneer er offers moeten worden gebracht.
Dan heeft hij het nog een keer over de onopzettelijke zonde. Ook daarvoor moet worden geofferd, maar dan wordt het ook gegeven.

Ik blijf me afvragen, waarom de twee zoons van Aäron dan gedood zijn. Het leek er toch heel sterk op, dat hun zonde onopzettelijk was?

Vervolgens wordt er flink afgerekend met een Sabbatsschender, een man die op de Sabbat in de woestijn hout sprokkelde: hij wordt door Mozes veroordeeld en door allen gestenigd.
Een heftige straf.

En tenslotte wil God nog steeds voorkomen, dat Zijn volk andere goden aanbidt dan Hem. Hij draagt de Joden dan ook via Mozes op gedenkkwasten aan hun kleren te maken. Zo weten zij, waar ze zich aan moeten houden.


Vanwege de vakantie die de Bijbellezers hebben, lees ik nu heel weinig, één à twee hoofdstukken. Volgende week zal ik dan minder hoeven te lezen. Maar door nu te blijven lezen, houd ik de regelmaat in stand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten