dinsdag 30 juni 2015

De mannen van Hizkia

De mannen van Hizkia zullen Salomo vaak hebben meegemaakt.
Want in de Spreuken van Salomo, die zij hebben verzameld, komen we oude bekenden tegen:
Beter te wonen op een hoek van het dak
dan met een twistzieke vrouw
in een gemeenschappelijke woning
(Spreuken 25:24)

Dat komen we ook al tegen in Spreuken 21:9.

En de uitingen over de dwazen, en de tucht die een zoon moet ondergaan: ze komen allemaal terug in Spreuken 25-29.

maandag 29 juni 2015

Weten en leedvermaak

In Spreuken 24 staat in vers 12:
Wanneer gij zegt: Zie, wij wisten dit niet -
zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken,
en Hij, die op uw ziel let, het niet weten,
en de mens naar zijn doen vergelden?

Het doet me denken aan de Duitsers die in de dorpjes rond de concentratiekampen woonden en na de oorlog zeiden: Wir haben es nicht gewusst. En iedere keer weer vraag ik me af: wat zou ik hebben gezegd? Mezelf kennende, zou ik het hebben verdrongen. Zou ik niet hebben willen weten, wat daar voor afschuwelijks gebeurde. Niet heldhaftig, nee, wel menselijk.
Dit vers in Spreuken doet de vraag bij me opkomen, hoe God het die Duitsers vergolden heeft. Hebben ze de rest van hun leven nachtmerries gehad? Kwamen iedere keer bij een bepaalde geur herinneringen bij ze op? Ik heb er nooit iets over gelezen.

En dan vers 17-18:
Als uw vijand valt, verheug u dan niet;
als hij struikelt, jubele uw hart niet,
opdat de Here het niet zie en het Hem mishage,
zodat Hij Zijn toorn van hem zou afwenden.

En meteen moet ik aan Miriam denken. Ik kan me herinneren hoe ik de eerste keer diep geschokt was, omdat zij danste toen de Egyptenaren die haar en haar volk achtervolgden allemaal verdronken. Natuurlijk, het was heerlijk, dat de Joden ontkomen waren. Maar was het nu echt nodig, dat ze daar zo over danste?

Spreuken 24:17-18 lijkt me het antwoord te geven.

zondag 28 juni 2015

Het vervolg

Het staat in Spreuken 18:8.
De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen;
zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart.
Je leest verder. Over dwazen. En goddelozen. En verstandige vrouwen, die door de Heer gezonden worden. Goede mannen overigens ook, wat mij betreft, maar daar zie ik niets over in de Spreuken staan.
Maar goed, je leest verder. Over twistzieke vrouwen. En dat je maar beter op de hoek van het dak kunt wonen, of zelfs in een woestijn, dan met een twistzieke vrouw. Ai.
En je leest over de dwaze zoon. En luiheid.

Dat gaat zo maar door. En dan slaat Salomo toe. In Spreuken 20:30.
Bloedige striemen zuiveren het kwaad uit.
en slagen reinigen de schuilhoeken van het hart.
Juist, dat gebeurt er dus met de woorden van de lasteraar: ze worden bloedig uitgedreven.


zaterdag 27 juni 2015

Amish

Kort geleden las ik het eerste boek van een trilogie van de schrijfster Beverly Lewis, 'Onrustig hart'  (de link is hier de link naar de bibliotheekpagina van de bibliotheek AVV). Zoals de hoofdpersoon in het boek al in het begin verklaart: ook Amish zijn mensen, ook zij doen foute dingen. En inderdaad, er komt een man in voor, die zijn vrouw mishandelt. Zijn vrouw, Esther, denkt lichtelijk verbitterd aan een spreuk van Salomo:
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af,
maar een krenkend woord wekt de toorn op.
(Spreuken 15:1)

Salomo kende duidelijk mijn man niet, denkt ze, want mijn zachte antwoorden wekken nog steeds zijn boosheid. Het is nooit goed wat ik zeg: altijd wordt hij boos.
Velen zullen dit wel herkennen: wat je ook zegt, het is ook nooit goed. En nu laat zelfs de Bijbel Esther in de steek.

Dat gevoel, dat zelfs God je verlaten heeft, dat zullen de meesten van ons wel eens hebben gehad. Tenslotte zijn we geen van allen Job, die wel klaagt, maar nooit Gods bestaan en Gods gerechtigheid in twijfel trekt.

Gek is dat, ik zie de Amish altijd als een zachtaardig volk. En nu blijkt ook daar het geweld soms te heersen.



vrijdag 26 juni 2015

De goeien en de kwaaien

Het wordt er goed ingewreven, vanavond: je hebt er die dwaas zijn, en je hebt de wijzen.
En je hebt er die rechtschapen zijn, en je hebt de goddelozen.

En de dwazen bakken er niets van. En komen verkeerd terecht.
En de rechtschapenen moeten dan wel hunkerend toezien, hoe lekker rijk de goddelozen zijn. Maar aan het eind houden de goddelozen niets over, en gaat het de rechtschapenen voor de wind.

Lekke puh!

donderdag 25 juni 2015

Wat is wijsheid?

Toen er nog geen oceaan was, ben ik geboren,
toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water.
Eer de bergen omlaaggezonken waren,
vóór de heuvelen ben ik geboren;
...
Toen hij de hemel bereidde, was ik daar;
(Spreuken 8:24-27)
En zo gaat het door. Wijsheid, nog vóór de schepping geboren.
Wijsheid, ouder dan de wereld.
Maar niet ontstaan vóór God.
Want, zo zegt vers 22:
De Here heeft mij tot zijn aanzijn geroepen

Een mooie manier om wijsheid in de Spreuken te vlechten.


woensdag 24 juni 2015

Een vreemde vrouw

Mijd de vreemde vrouw, zegt Salomo in de Spreuken. Hij herhaalt het een paar keer, zodat het maar goed doordringt.

Volkomen fout natuurlijk vanuit genetisch oogpunt. Als je voortdurend introuwt in je eigen kring, krijg je eerder kinderen met erfelijke afwijkingen. En op het laatst wordt de 'stam' zo zwak, dat er geen kinderen meer komen.
Maar in die tijd had kennelijk niet iedereen dat in de gaten. In het begin van de Bijbel lezen we al, dat Abraham en Sara broer en zus zijn. En uit de geschiedenis weten we, dat talloze farao's in Egypte met hun zus trouwden. Zo hield je het bezit bij elkaar tenslotte. En in Ezra 9 kunnen we lezen over Ezra's afkeer van het gemengde huwelijk.

En toch is het een schok om te lezen. Salomo was toch zo'n wijze man? Maar dit, dit wist hij niet.



dinsdag 23 juni 2015

Spreuken

De toon verandert.

Hadden we in de Psalmen smekingen en blij gebed, van mens tot God, nu hebben we vermaningen, van mens tot mens.
Salomo is aan het woord.
Hij begint met vaderlijke waarschuwingen.  In de trant van: ga niet mee met vreemden, neem hun manier van doen niet over, dat is verkeerd. Zij doen foute dingen, stelen, doden voor hun plezier.
Maar al snel heeft Salomo het over wijsheid. Dat weet hij natuurlijk als geen ander: hij is volgens de overlevering de wijste koning van het hele Oude Testament. En dan komt de wijsheid in haar vele facetten. Vanavond alleen al: de beschermende en de zegenende wijsheid, 

En dan zitten er mooie poëtische pareltjes tussen:
Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht,
dat steeds helderder straalt tot de volle dag.
(Spreuken 4: 18)
Je vraagt je af, waarom wij dat pad niet automatisch volgen.

maandag 22 juni 2015

De laatste psalmen

Vanaf psalm 144 komt de blijheid weer terug.
God wordt geprezen en geloofd. Hij is een rots, hij helpt met oorlogen.
En als tegendienst belooft David dat hij God zal blijven loven en prijzen, te allen dage, voor altoos en immer (psalm 145).
In psalm 146 worden de wonderen genoemd, die God doet.
Psalm 147 verhaalt over Gods almacht en genade.
Mooie zinnen in vers 10-11:
Hij heeft geen welgevallen aan de kracht van het paard,
noch behagen in de benen van de man;
de Heer heeft welbehagen in wie Hem vrezen,
die op Zijn goedertierenheid hopen.
In psalm 148 wordt uitgebreid uit de doeken gedaan wie en wat God moet loven:
zijn engelen, zijn heerscharen, zon, maan, sterren, zeedieren en waterdiepten, vuur, hagel en andere natuurverschijnselen, mensen.
En zo gaat het maar door.

Om uiteindelijk uit te barsten in psalm 150, die ik ook al geregeld zing in de kerk:

Alles wat adem heeft, love de Heer.

Over blijheid in de Bijbel gesproken!


zondag 21 juni 2015

Angst

Vanavond heb ik Psalmen 140 t/m 143 gelezen.
Angstige psalmen. De dichter schreeuwt het uit: 'Red mij van de boze mensen', 'Behoed mij ... voor de handen van de goddelozen', 'mijn luide smekingen', allemaal in psalm 140.
Hij roept God op zijn vijanden te treffen: 'gloeiende kolen mogen op hem neerdalen.'
En eindigt alvast devoot met vers 14:
Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven,
de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.
Dat doet de dichter vaker, ook in psalm 142 zie je het in vers 8:
de rechtvaardigen zullen mij omringen
wanneer Gij mij weldoet.
Maar in psalm 143 verandert de toon. Nog steeds wordt God opgeroepen de vijanden van de dichter te verdelgen. Maar de psalm eindigt nu in vers 12 met
want ik ben uw knecht.
Geen beloften meer, alleen maar: ik hoor toch bij U, help mij.

zaterdag 20 juni 2015

Psalm 139

Soms duurt het lang, voordat de liefde komt. Bij mijn koor Cantanova, in de Verrijzenisparochie, nu Verrijzenisgemeenschap Maarssenbroek leerde ik psalm 139. De hertaler: Huub Oosterhuis, de componist: Antoine Oomen. Ik vond het een vreselijk lied. Eén lange litanie. Met gelukkig af en toe een solo ertussendoor, dat verzachtte het geheel nog wat.
Ik kon niets met teksten als 'Achter mij zijt Gij en voor mij uit', en ik had vooral een hekel aan 'Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder'. Op school had ik daar bij Biologie toch iets heel anders over geleerd.
Predestinatie vond ik het, ongemakkelijk. Meer iets voor protestanten, zo'n getuigenis.
En het lied duurde en duurde maar, vier volle bladzijden lang. En we zongen het ook zo vaak.
Maar langzaamaan kwam de verandering. Eerst natuurlijk door de solo's.
Had ik vleugels van morgenrood,
vloog ik over de verste zeeën,
ook daar Gij
 Dat klonk eigenlijk wel mooi.

En het gezamenlijk gezongen
Hoe zou ik Uw adem ontkomen,
waarheen vluchten voor Uw aangezicht
was op een vreemde manier troostend: hoe ver je ook afdwaalt, ik vind je weer terug.

Ik bleef het zingen. En ik ontdekte steeds meer de schoonheid.
Mijn ziel en gebeente door U gekend.
In mij was niets voor Uw ogen verborgen.
Angstaanjagend. En adembenemend.

En uiteindelijk vind ik nu zelfs
prachtig gevlochten in de schoot van de aarde
mooi.

vrijdag 19 juni 2015

Oude bekenden

Feest vanavond: psalmen die ik herken als liederen die ik gezongen heb.

Psalm 121: Ik hef mijn ogen op naar de bergen.
Gezongen als 'Je lève mes yeux sur les montagnes' van Daan Manneke. Ik heb er op YouTube één geluidsopname van gevonden. Vooral die altsolo vond ik vroeger fantastisch. Toen ik het zong op Bragi.

Psalm 126:
Toen de Here de gevangenen van Sion deed wederkeren,
waren wij als degenen die dromen.
Ik ken het als:
Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap,
dat zal een droom zijn.
Uiteraard van Huub Oosterhuis.

Staat ook op YouTube, met een dirigent die nog even moet winnen aan het opnemen. Met een verrassend einde: ik ben niet gewend, dat dit lied meerstemmig wordt gezongen.
De volledige tekst staat ook op Internet. 

En een lied waarbij ik vaak aan mijn vader moet denken:

Psalm128:
Welzalig ieder die de Here vreest,
die in zijn wegen wandelt ...
Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wijnstok,
binnen in uw huis;
uw zonen als olijfscheuten
rondom uw dis.
Zie, zo zal de man gezegend worden,
die de Here vreest.

Prachtig 'hertaald' door, alweer, Huub Oosterhuis:
Gelukkig is de man,
die leven mag met God,
jij bent die man wanneer je
zijn woorden goed bewaart

je handen zullen werken
je land zal vruchten dragen
genoeg om van te leven
het zal je meer dan goed gaan.

Je vrouw is een vruchtbare wingerd
die bloeit in het hart van je huis
zonen staan rondom je tafel
als takken van de olijf.

Zo gaat het een man van God
genade op genade
Zo gaat het een man van God
genade op genade.

Helemaal uit mijn hoofd, zo mooi vond ik hem altijd. Helaas niet te vinden op Youtube. Als iemand anders een link heeft: graag.

Mijn moeder was een vruchtbare vrouw: tien kinderen kreeg ze, vijf zonen en vijf dochters.




donderdag 18 juni 2015

De heerlijkheid der wet

Het is een lange, lange psalm, psalm 119. Zeker als je zo moe bent, dat je alleen nog maar naar bed wilt.
Maar, in de leesgroep hebben we gezegd, dat we soms maar één psalm op een dag zouden willen lezen. Welnu, dat is gelukt.

De psalm begint wat aarzelend. De psalmzinger weet het nog allemaal niet zo.
Och, dat mijn wegen vast waren
om uw inzettingen te onderhouden.
zegt de dichter in vers 5.

Ik zoek U met mijn ganse hart,
laat mij niet van uw geboden afdwalen.
horen we in vers 10.

Maar geleidelijk aan wordt de dichter zelfverzekerder:
In uw inzettingen zal ik mij verlustigen,
uw woord zal ik niet vergeten.
staat er in vers 16.

En in vers 20 lezen we:
Mijn ziel wordt verteerd van verlangen
naar uw verordeningen te allen tijde.
Zo gaat het door, verzen lang, wankelend tussen arrogantie, hoop en vrees.

En de psalm eindigt mooi met vers 176:
Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht,
want uw geboden vergeet ik niet.

Daar kan ik goed op slapen.




woensdag 17 juni 2015

God is bij de levenden

Psalm 115 zegt het mooi:
Niet de doden zullen de Heer loven,
niemand van wie in de stilte zijn afgedaald,
maar wij, wij zullen de Heer prijzen
van nu aan tot in eeuwigheid. Hallelujah.
(115:17-18)
Toch wel jammer. Ik ben van katholieken huize, en daar leerden we vroeger altijd dat de hemel vol zangkoren zou zijn, die volcontinu de Heer zouden prijzen. Een heerlijk beeld, wat mij betreft.

Maar de mensen werden natuurlijk vroeger ook wel zoet gehouden met de hemel: daar werd alles beter. Daar had je voldoende te eten. Dus als je voldoende vertrouwen had, kwam alles wel goed. In het hiernamaals.

De psalmen nemen daar geen genoegen mee: die prijzen nu. Die vertellen nu wat voor een geweldige God wij hebben. De hemel is voor God, de aarde is voor ons.

En in een geweldige cadans wordt gezegd:
Israël, vertrouw op de Heer,
Hij is hun hulp en hun schild;
gij huis van Aäron, vertrouwt op de Heer,
Hij is hun hulp en hun schild;
gij, die de Heer vreest, vertrouwt op de Heer,
Hij is hun hulp en hun schild.
(115:9-11)

Mooi.

dinsdag 16 juni 2015

Eenvoud

Een mooie psalm, psalm 112.
Voorspoedig is de man die zich ontfermt en uitleent,
die zijn zaken recht behartigt;
...
Voor een kwaad gerucht zal hij niet vrezen,
zijn hart is gerust, vol vertrouwen op de Here;
zijn hart is standvastig, hij vreest niet
...
Hij deelt uit, hij geeft aan de armen
...
5, 7-8, 9
En de goddeloze: die ziet het aan, is jaloers, en knarst met zijn tanden.

Mooi detail.

maandag 15 juni 2015

Vrouwenstudies

Jaren geleden vertelde een collega mij over haar eerste college Vrouwenstudies (wat tegenwoordig Genderstudies heet).
Er werd haar verteld, dat ze het idee dat wetenschap objectief zou zijn, maar moest verlaten.
Ja, natuurlijk moest daarnaar gestreefd worden, maar het was gewoon niet mogelijk. Ieder neemt zijn/haar eigen standpunten en het eigen verleden mee bij het beoordelen van zaken. Ook in de wetenschap.

Vanavond hield Piet Schelling, emeritus predikant en schrijver van 'Vreemd en bizar, Lastige bijbelverhalen' een lezing in Maarssendorp. Op uitnodiging van Jochem Stuiver, één van de organisatoren van de Bijbel Uitdaging 2015. Piet Schelling begon met de stelling, dat objectiviteit niet bestaat. Dat je nog zo kunt denken, dat je objectief de Bijbel leest, maar dat altijd je achtergrond meespeelt. En de zaken die je hebt meegemaakt in je leven.

Heerlijk, dat nu eens door een man te horen zeggen.

Verder was het ook een interessante lezing. Je moet de waarden achter de normen zoeken, zei Piet Schelling. Bijvoorbeeld: een vader die zijn kinderen slaat, dat mag tegenwoordig niet meer. Maar de achterliggende waarde, dat je je kinderen respect bij probeert te brengen, die staat nog steeds overeind.

Of neem het verhaal van de dochters van Lot: zij voeren hun vader dronken, verleiden hem en worden zwanger van hem. Dat is allemaal wat heftig: incest, dronkenschap.
Maar op die manier garanderen ze wel het voortbestaan van de stam, net zoals Tamar zich als hoer voordoet om te zorgen dat het gezin van haar overleden echtgenoot alsnog kan zorgen dat ze zwanger wordt. Weliswaar niet van de enig overgebleven broer, maar van haar schoonvader. Wat ik zelf overigens zo mooi vind bij dit verhaal: Juda, de schoonvader van Tamar, erkent dat zijn schoondochter terecht zo heeft gehandeld. Hij had haar de derde broer ten huwelijk moeten geven.

Een beetje 'het doel heiligt de middelen', maar dat probeerde de dominee ons zeker niet bij te brengen.


zondag 14 juni 2015

Vreugde

Ze buitelen over elkaar vandaag.
De Heer moet geprezen. Met cimbels, met bazuingeschal en, natuurlijk, met zang.

Juicht de Here, gij ganse aarde,
breekt uit in gejubel en psalmzingt (Psalm 98:4)

Want God is groot en God is goed, en dat moet overal worden verkondigd.


Kijk, zo kan ik mijn zondag in.

zaterdag 13 juni 2015

Vertrouwen

De palmen van vanavond (90-96) spreken allen van het vertrouwen op God. Het vertrouwen, dat God zal redden.
Psalm 96 jubelt het meeste.
Zingt de Here, gij ganse aarde (96:1)
Want de Here is groot en zeer te prijzen (96:4)
En een fantastische herhaling, van wat ook al in psalm 93 wordt gemeld:
vast staat nu de wereld, zodat zij niet wankelt; (96:10)
 Waarbij ik me meteen afvraag hoe je dan moet reageren op aardbevingen. Dacht men in die tijd, dat het een straf van God was? Of waren in dat gebied eerst aardbevingen en nu niet meer?

Maar toch blijft het een geweldige zin: 'Vast staat nu de wereld, zodat zij niet wankelt.'

Groter kan je vertrouwen toch niet zijn.

vrijdag 12 juni 2015

gebed in dodelijke ziekte

Dat is de titel van Psalm 88.
Interessant: je denkt, dat iemand aan het einde van zijn leven is, een oude man.
Maar, nog vóór de helft van de psalm besef je, dat het niet zo is.
De schrijver voelt zich omringd door rampen, verlaten door God. En roept toch tot diezelfde God, om verlossing. Roept vertwijfeld:
Waarom o Here, verstoot Gij mij,
verbergt Gij  uw aangezicht voor mij?
Roept tot het einde van de psalm, ongehoord, ongered.

donderdag 11 juni 2015

Golven

Het is net het gewone leven, de Psalmen: nu eens in opperste wanhoop, dan weer vol vertrouwen.
Vanavond heb ik Psalm 79 t/m 85 gelezen.
Psalm 79 roept om wraak tegen hen, die Jeruzalem verwoest hebben, psalm 80 bidt om verlossing voor Israël. En psalm 81 juicht. Er moet muziek gemaakt worden, gezongen. Alle herinneringen worden nog eens opgehaald, aan hoe God de Joden uit Egypte redde.
 In psalm 82 wordt verhaald over de andere goden, die natuurlijk nooit zo groot kunnen zijn als de eigen God, in psalm 83 wordt gebeden om hulp tegen de vijanden.
En dan psalm 84, met haar prachtige begin:
Hoe liefelijk zijn uw woningen ...
Mijn ziel verlangt ...
Niet voor niets een pelgrimslied. Een lied om vol vertrouwen te zingen, als je onderweg bent naar de Tempel.
Wat me doet denken: zijn er eigenlijk ook pelgrimsliederen voor Santiago de Compostella? Hedendaagse.

De laatste psalm van vandaag, psalm 85 is vol vertrouwen dat het uiteindelijk weer goed zal komen met Israël.

Daar kan ik rustig op gaan slapen.

Leesclub

Vanmiddag (woensdag 10 juni) hadden we een bijeenkomst van de leesclub van de Bijbeluitdaging.

En dat was maar goed ook. Want ik was niet de enige die niet veel had met de Psalmen. Het zou mooi moeten zijn, maar we worstelen ons er doorheen.
Gelukkig hebben we ook al de verklaring gevonden: de Psalmen zijn gedichten. Een gedicht proef je. Je leest het, en denkt erover na. Maar, omdat we de hele Bijbel willen lezen dit jaar, kan dat niet. Per dag gaan er zo'n vier, vijf Psalmen door onze hand.
De oplossing hebben we gelukkig ook al: volgend jaar moeten we misschien weer beginnen, maar dan in een veel rustiger tempo.

En dan vinden we de Psalmen vast wel mooi.

dinsdag 9 juni 2015

De goddelozen

Vanavond een psalm die me na aan het hart ligt: psalm 73, 'Het raadsel van de voorspoed der goddelozen'.
Hier vraagt de psalmdichter zich af, waarvoor hij het eigenlijk allemaal doet. Hij volgt de geboden en verboden keurig, maar wie zijn de rijken?
Juist, de goddelozen.

Maar, op een dag mag de dichter Gods heiligdommen bezoeken. Dan ziet hij, hoe het einde van de goddelozen is.

En daardoor blijft hij maar haastig vroom ...

maandag 8 juni 2015

Zinnen


Vandaag een paar zinnen:

Psalm 68:7
God, die eenzamen in een huisgezin doet wonen,
Mijn vriend en ik hebben erover gediscussieerd of dit positief of negatief bedoeld was. Misschien voelde iemand zich wel alleen, terwijl hij temidden van een huisgezin woonde, dacht mijn vriend.
Maar nee, gezien het vers dat eraan vooraf gaat, denk ik toch dat het positief bedoeld is:

Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen,
God in zijn heilige woning

God zorgt volgens mij hier dat een eenzame weer temidden van anderen kan wonen.

Dan een grimmige:

Psalm 68:23-24
Ik breng weder uit de diepten der zee,
opdat gij uw voet baadt in bloed,
de tong uwer honden haar deel krijge van de vijanden
Walgelijk, wat bloeddorstig.

En een interessante:

 Psalm 69: 22
Zij gaven mij gif tot spijze
en lieten mij in mijn dorst azijn drinken.

Toen Jezus aan het kruis hing, had hij dorst. Hij kreeg toen een spons met azijn toegestoken.

zondag 7 juni 2015

Grimmig

In psalm 58 laat de dichter zich volledig gaan. Vol wraakzucht noteert hij in vers 11:
De rechtvaardige zal zich verheugen,
wanneer hij de wraak aanschouwt;
hij zal zijn voeten wassen in het bloed van de goddeloze.
Eerder, in vers 9, zegt hij: '[laten zij vergaan] als de misdracht van een vrouw, die de zon niet heeft gezien'.
Grimmig. Ik schrik ervan. Zoveel genadeloosheid.

En de dichter is niet alleen grimmig over anderen. Ook over zijn eigen uitzichtloosheid.
Zoals psalm 63. Ik heb het lied teruggevonden dat ik vroeger zong in de kerk:
God mijn God, ik zoek naar u,
al wat ik ben is dorst naar u,
mijn lichaam is een land zonder water,
uitgeput van verlangen naar u.

Op http://www.pastoralekroes.nl/rouwintijdenvanverdriet/ staat de volledige tekst.
We zongen die vol hartstocht, in korte, afgebeten zinnen. Geweldig.

In de kerk waar ik tegenwoordig kom, is de muziek compleet anders. Het is nu een 'gewoon' lied geworden. Wat mij betreft wordt dat lied meteen de bundel uitgegooid en wordt het lied met de muziek waarop ik zong in de zeventiger jaren er ingezet.
Worden we weer eens wakker.



zaterdag 6 juni 2015

Offers

In Exodus en Deuteronomium werd het uitgebreid beschreven: wat geofferd moest worden, hoe geofferd moest worden, of het een brandoffer moest zijn of een reukoffer. Het stak allemaal zeer nauw.

Maar nu, in psalm 50, zegt God: die offers zijn niet interessant. Alles is al van mij, alle dieren van het woud, al het gevogelte van de bergen.
Nee, ik vind het veel belangrijker dat je me lof toezingt. En dat je je houdt aan de beloften die je gedaan hebt.

Het doet me denken aan de farizeeër en de weduwe, een verhaal dat Jezus vertelt. Dit gaat even uit mijn hoofd:
Een farizeeër komt in de tempel. Hij klopt zich uitgebreid op de borst en vertelt God, wat hij allemaal niet heeft geofferd. En hoe hij zich keurig aan allerlei geboden houdt.
Achter hem schuifelt een weduwe naar binnen. Ze staat helemaal achter in de tempel en vraagt God haar te vergeven.
Jezus vraagt: wie is nu het meest kostbaar in Gods ogen.
En geeft even later het antwoord: de weduwe. Want zij heeft spijt van haar zonden en looft God.


vrijdag 5 juni 2015

Een vrouw?

Soms vraag je je iets af over de schrijver.
In psalm 48 wordt geschreven over de vijand die de berg Sion (met daarop Jeruzalem!) wil veroveren. In 48:7 staat dan:
Beving greep hen daar aan
smart als van een die baart.
Mijn eerste gedacht was: David heeft veel vrouwen gehad. En veel kinderen gekregen. Hij zal er vast bij geweest zijn.
Mijn tweede gedachte was: O ja? Handelden de vrouwen dat niet onder elkaar af?
En mijn derde gedachte was: Is dit stuk dan door een vrouw geschreven?

We weten, dat de Bijbel niet door één en dezelfde persoon geschreven is. Nergens staat, dat vrouwen geen schrijvers zouden kunnen zijn.

Leuk om over na te denken.

Weeklacht en vreugde

Leed, intens leed. Geroep, in psalm 42: 'zo smacht mijn ziel naar U, o God'.
Gelukkig hebben we de Bijbelhulp, want ik begreep niet waarom nu niet een vast vertrouwen werd uitgesproken.
Ds. Ina Boon legt het ons uit: het volk is net in ballingschap gevoerd, is angstig, en begrijpt het niet. Dan roep je wel tot je God ja. En vraag je Hem, waarom Hij je niet helpt.
In psalm 44 wordt God eraan herinnerd, dat Hij vroeger volkeren verdreef en Zijn eigen volk in een goed land plaatste. Waarom doet Hij dat nu dan niet meer? Waarom maakt Hij Zijn eigen volk te schande?

Maar de psalmen tonen ook andere emoties. In psalm 45 klinkt een lied voor de bruidegom, de koning: 'Mijn hart trilt van blijde woorden.'

En in psalm 46 klinkt er weer volop vertrouwen:
'Een vaste burcht is onze God.'

Een mooie afsluiting van mijn Bijbellezing van deze avond.

woensdag 3 juni 2015

Een uitgestoken hand


De laatste vier psalmen van David beginnen naar: David zit in de put, en hoe.
Hij smeekt God hem niet te straffen. Hij meet breed uit, hoe zwaar hij eraan toe is.
Ik herken Job in psalm 38:
Mijn vrienden en bekenden staan afzijdig van mijn plaag,
zelfs mijn verwanten staan van verre.
Aan het einde van de psalm verandert de toon: David vraagt niet meer om hulp, hij vertelt niet hoe erg hij er aan toe is, maar hij spreekt nu zijn hoop uit: God zal hem toch wel de helpende hand toesteken?

In psalm 40 is het gelukt:
toen neigde Hij Zich tot mij en hoorde mijn hulpgeroep,
Hij trok mij op uit de kuil van het verderf
En tenslotte komt, in psalm 41, de zekerheid:

De Here steunt hem op het ziekbed,
in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede
En deze laatste psalm van David eindigt met
Geloofd zij de Here, de God van Israël,
van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
Amen, ja amen.
Van wanhoop en hoop naar overgave en uiteindelijk vreugde.







dinsdag 2 juni 2015

De scharlaken stad

In 'De scharlaken stad' beschrijft Hella Haasse, wat mij betreft één van de grootste schrijfsters van Nederland, de inname van Rome.
De soldaten nemen de meisjes van de stad mee om zich aan ze te vergrijpen. Ze slingeren de meisjes over hun schouders. Die hangen daar, biddend.
En als lezer voel je, dat God hen niet zal redden.

Dat gevoel krijg ik vanavond bij de Psalmen van David. Het is allemaal goed en geweldig. God zal ons bevrijden van de goddelozen, zegt David.
Maar als krantenlezer weet je, dat die redding wel eens lang kan duren. Want rijken verrijken zich. En als deze rijken het veld moeten ruimen, komen er wel weer nieuwe rijken. Die zich niets aantrekken van de wetten, totdat ze vervolgd worden. En zich dan te vaak toch weten te redden omdat zij wel die dure advocaat kunnen betalen.
Terwijl de arme zich de erfenis, de baan, wat dan ook, door de neus geboord ziet worden.
Moeilijk, dan toch je vertrouwen vast te houden.

Maar, dan komt toch ook wel je eigen gevoel, je eigen geweten opzetten. Hoe voel je je, als je iets verkeerds doet? Dat voelt verkeerd, daar word je niet gelukkig van. Ik tenminste niet. En ik ben daar beslist niet de enige in.

Dus, zelfs al heeft die goddeloze het (soms) beter, als jij volgens je geweten leeft, slaap je in ieder geval rustiger.



maandag 1 juni 2015

Plaisir d'amour

Plaisir d'amour
ne dure qu'un moment
chagrin d'amour
dure toute la vie

Dat zong Nana Mouskouri jaren geleden.

Ik dacht eraan, toen ik vanavond Psalm 30 las.
Daar dicht David:
want een ogenblik duurt zijn toorn,
een leven lang zijn welbehagen
 Kijk, dat wil een mens graag.