vrijdag 24 januari 2020

Nehemia 8, 1-12

Voorlezing uit de wet, naar Nehemia, 8, 1-12

‘Mag ik mee?’ vroeg Ben.
Zijn vader en moeder keken elkaar eens aan.
‘Het is voor mannen, vrouwen en zij die het begrijpen,’ zei Ben.
‘Hij is al bijna volwassen,’ zei Ben’s vader tegen zijn vrouw. ‘Hij moet het kunnen begrijpen.’
‘Met zijn hoofd wel,’ antwoordde zijn moeder, ‘daar twijfel ik niet aan. Maar met het hart, Bram, begrijpt hij het ook met zijn hart?’
Zijn vader keek hem peinzend aan. Nu niets zeggen, wist Ben uit ervaring.
‘Weet je nog, hoe hij zijn zusje troostte, toen ze verdriet had toen we teruggingen?’ vroeg zijn vader uiteindelijk aan zijn vrouw.
Ze glimlachte. ‘Ja. Je hebt gelijk Bram. Ook in zijn hart is onze zoon al bijna volwassen.’ Ze keek haar zoon aan. ‘Bijna, Ben, dus je blijft bij mij, niet bij je vader.’
Ben knikte gretig.
‘En ik kèn Ezra,’ vervolgde zijn moeder. ‘Die man is altijd lang van stof. Het zal uren duren vóórdat we van het plein kunnen vertrekken. En je moet de hele tijd blijven staan, Ben.’
Weer knikte Ben.
‘Goed,’ zei zijn vader. ‘Laten we dan maar gaan, dan hebben we misschien nog een goede plaats.’
Het plein was al aardig vol toen ze er kwamen. Dat was jammer. Nu kon hij Ezra niet zien. Toen zag hij een man op een podium staan, te midden van andere mannen. Hij hield een groot boek in handen en hief het omhoog.
Het hele volk werd stil.
‘Dit is het boek van Mozes,’ zei Ezra, want die was het natuurlijk.
Het volk wierp zich op de grond, mannen, vrouwen, de grote kinderen.
‘Ga nu staan, zodat ik kan voorlezen.’
Iedereen ging staan.
Ezra las voor, de hele ochtend. Het volk stond stil en luisterde.
Toen liet Ezra het boek zakken.
Iedereen barstte in tranen uit. Eindelijk, eindelijk waren ze weer in hun eigen stad, bij hun eigen tempel. met hun eigen geloof.
Ezra hief zijn handen omhoog. Naast hem stapte Nehemia, de landvoogd, naar voren. Hij was de man die de tempel had opgebouwd.
‘Vandaag is het feest!’ riep Nehemia. ‘Jullie krijgen eerst verdere uitleg over de wet. Deze dag is gewijd aan God. Deel van het eten dat je hebt meegenomen. Vandaag geen tranen, vandaag heerst alleen vreugde!’
Ben veegde zijn tranen weg en zag de mensen in zijn buurt hetzelfde doen.
Nu liepen de priesters door het volk en de Levieten. Zij legden stukken van de wet uit, zodat de mensen het ook begrepen.
Wel veel om te onthouden, dacht Ben. Maar daarna zette hij het uit zijn hoofd. Daarna deelde hij mee in het eten dat zijn moeder had klaargemaakt, en de buren, en de vrouw van Nehemia. Daarna was het feest. Feest, als nooit tevoren. Zelfs niet als toen ze gehoord hadden dat ze terug mochten.

Ze waren thuisgekomen.