zaterdag 31 januari 2015

Jozef

Lang geleden werd mijn kind op school gepest. Toen de onderwijzer de kinderen vroeg waarom ze dat deden, zeiden ze: 'Hij gebruikt altijd zulke moeilijke woorden.'

Jozef is ontegenzeggelijk veel slimmer dan wie dan ook van zijn broers. Zijn vader trekt hem voor, dat is waar, maar Jozef weet ook meer dan zijn broers. Al is dat soms op een oneerlijke manier: door ze te bespioneren. En dat dan door te brieven aan zijn vader. 'Eigenlijk is die Jozef een heel naar ventje,' zei mijn vriend, toen we elkaar net kenden. 'Opscheppen, met een mooie mantel. Dat vinden zijn broers natuurlijk niet leuk.' Ik was het helemaal met mijn vriend eens.

Afgezien daarvan: zodra hij in Egypte aankomt, komt hij eigenlijk tot bloei. Eerst komt hij bij Potifar in huis, waar hij de zaken op rolletjes weet te laten lopen. Dan probeert de vrouw van Potifar hem te verleiden (seksuele intimidatie kan ook voorkomen door vrouwen). Uiteindelijk wordt het zo erg, dat  hij vlucht.De vrouw van Potifar beweert, dat hij haar wilde aanranden, Potifar ontsteekt in woede en zet Jozef gevangen. Maar ook daar gaat het goed met Jozef: hij krijgt zo'n beetje de leiding over de hele gevangenis.En als hij de dromen van de schenker en de bakker weet uit te leggen, kan hij niet meer stuk. Jammer, dat hij toch nog gevangen blijft. En dat de schenker, als hij weer vrij is, vergeet hem aan te bevelen bij de farao.

Maar, ook de farao droomt. En dan herinnert de schenker zich Jozef weer. Jozef legt de dromen uit en geeft advies over wat de farao nu zou kunnen doen. Dat doet de farao, en hij stelt Jozef als onderkoning aan. Voorwaar, heel wat voor een eenvoudige herderszoon uit de woestijn.Want Jakob mag nog zo rijk zijn, in de ogen van de Egyptenaren is hij vermoedelijk een doodgewone herder.
Maar in Egypte wordt wel zijn talent herkend en erkend. Anders dan thuis, waar zijn vader alleen maar lief tegen hem doet, omdat hij de oudste zoon is van zijn lievelingsvrouw. Hier erkennen ze Jozefs kwaliteiten. En maken er gebruik van.


vrijdag 30 januari 2015

Juda en Tamar

Dit verhaal uit Genesis 38 heb ik al eerder gelezen. Bij een cursus Feministische Theologie.
Ik vind het een fantastisch verhaal. En weer blijken vrouwen het heft in eigen hand te nemen.

Juda heeft Tamar uitgezocht als echtgenote van zijn oudste zoon, Er. Er doet iets, wat hun God niet behaagt en Er sterft.. Hij laat alleen Tamar achter. Ze hadden nog geen kinderen. In die tijd bestond het ''zwagerhuwelijk'. Als een man overleed zonder kinderen na te laten, trouwde zijn broer met de weduwe. De kinderen uit dat huwelijk zouden niet gelden als zijn kinderen, maar als de kinderen van de overleden broer.
Logisch dat Onan, de tweede zoon (hé, die van onanie? Ja, die) daar geen zin in had. Hij wilde misschien best kinderen, maar dan die van hemzelf. Dus hij vree wel met Tamar, maar zorgde dat ze niet zwanger kon raken. God strafte Onan dus niet, omdat hij 'de hand aan zichzelf sloeg,' zoals een vriend het ooit formuleerde, maar omdat hij aan een een gebruik probeerde te ontkomen. Hij kwam de algemeen geldende zeden niet na.
Goed, Juda had drie zonen, dus er was er nog eentje over voor Tamar, Sela. Maar Juda gaf Tamar de schuld van de dood van zijn zoons. Dus hij zei wel tegen Tamar dat ze weer bij haar vader moet gaan wonen, totdat de derde zoon oud genoeg is, maar in werkelijkheid heeft hij helemaal geen zin zijn derde zoon ook aan Tamar te verliezen.
Tamar gaat. Wat kan ze anders? Ze gaat en woont bij haar vader en wacht. Maar Juda stuurt maar geen bericht dat ze met Sela kan trouwen.
En dan, op een dag hoort Tamar dat Juda in de buurt is.

En dan neemt ze het heft in eigen handen. Ze vermomt zich, doet alsof ze een prostitué is, en slaapt met Juda. En raakt zwanger van hem. Zodat het toch nog in de familie blijft. Maar Juda herkent haar niet.
Grote consternatie als Juda ontdekt dat zijn schoondochter zwanger is. Want ze is niet met zijn derde zoon getrouwd, dus heeft ze overspel gepleegd. Want ze hoort nog bij Juda's familie, als echtgenote van de twee oudste zonen.
Dit is zo'n erge misdaad, besluit Juda, dat ze dood moet.
Tamar heeft echter nog meer maatregelen genomen. Ze stuurt hem de zegelring en andere zaken, die hij haar als onderpand had gegeven. Hij herkent het.
En dan ... dan komt het mooie. Juda geeft toe. Ze heeft helemaal gelijk, zegt hij, ik heb haar iets beloofd en ik ben het niet nagekomen. Ik had haar mijn zoon ten huwelijk moeten geven, en ik heb het niet gedaan.

En dus blijft Tamar in leven, en krijgt haar kinderen. Ja, meervoud, ze krijgt een tweeling.
Wat overigens wel meer voorkomt in de bijbel: Jakob en Esau waren ook tweelingen.

donderdag 29 januari 2015

Jakob en zijn familie

Jakobs familie breidt zich maar uit.
En als Jakob uiteindelijk weer naar zijn familie wil terugkeren, is het duidelijk dat hij veel zal moeten meenemen. Aangezien Laban een gierig man is, kan dat wel eens problemen opleveren.
Jakob is Jakob: hij sjoemelt dus. Hij spreekt met Laban af, dat hij al het gestreepte en gespikkelde vee mag hebben, en de zwarte schapen en zorgt er vervolgens voor dat er veel meer van die schapen worden geboren. De zoons van Laban zijn ook niet op hun achterhoofd gevallen, en hebben wel in de gaten dat er iets fout zit.
Hun gemor doet Jakob besluiten dat hij maar wat sneller weg moet dan verwacht. Hij roept zijn vrouwen bij zich, houdt een larmoyant verhaal, dat ook nog wordt geslikt door de vrouwen en gaat ervandoor. In de tussentijd steelt Rachel een duur juweel van haar vader.
Het duurt even voordat Laban erachter is, dat Jakob met vrouwen, kinderen en vee gevlucht is, maar dan komt hij ook achter zijn schoonzoon aan. Er is wat geharrewar over en weer en uiteindelijk sluiten de twee een gewapende vrede. Dat komt waarschijnlijk ook doordat Laban bij de 'tentzoeking' zijn kostbare juweel niet vindt. Rachel heeft het op een slimme manier verborgen gehouden.

Jakob trekt verder. Hij maakt zichzelf steeds banger voor het weerzien met zijn broer. Esau.
Op een nacht heeft hij een worstelpartij met een onbekende. De argeloze lezer denkt eerst misschien nog dat het zijn broer is, maar nee, het is een engel. Of misschien zelfs wel God.
De lezer merkt, dat hij een geweldig strateeg is: hij verdeelt de familie in groepen en stuurt de herders en slaven vooruit met geschenken.
Maar Esau heeft nooit zoveel om bezit gegeven. Esau wil eten, daarom verkocht hij het eerstgeboorterecht voor een kom linzensoep. En Esau wil liefde. En daarom vindt hij het zo erg als zijn broer hem de zegen van hun vader ontneemt.
Dus als Esau eindelijk zijn broer terugziet, is er maar één ding wat hij doet: hij valt zijn broer om de hals. En dan gunt Jakob zich eindelijk zijn ware gevoelens: hij is evenals zijn broer in tranen.
Esau hoeft al de cadeaus die Jakob hem wil geven niet. Hij heeft al genoeg. Een behoorlijke tegenstelling met Jakob, lijkt me zo.

Na de verzoening tussen de broers gaat Esau op aandringen van Jakob weer naar huis. Jakob gaat heel wat langzamer in de richting van het land van zijn broer: hij wil de kinderen en het vee sparen.
En dan, als je zou denken dat hij nu eindelijk verder kan leven in vrede, gebeurt er weer iets: de enige dochter van Jakob, Dina, wordt verkracht. Maar haar verkrachter wil met haar trouwen. In veel culturen zou dat een goedmaker zijn. Maar niet voor de rouwdouwers van zonen van Jakob. Ze doen alsof ze toestemmen, zeggen dat dan wel de toekomstige echtgenoot van hun zus zich moet laten besnijden, en de hele mannelijke bevolking van zijn stad met hem.
Slim, want op de derde dag, als de mannen het meest last hebben van hun besnijdenis, vallen de broers aan. En doden alle mannen van de stad. Op Jakobs verwijt dat hij nu wel eens oorlog kan krijgen met de buurvolkeren antwoorden ze, dat ze niet wilden toestaan dat hun zus als hoer werd behandeld.

Klein puntje: wat vond Dina hier allemaal van?
Bedankte ze haar broers? Was ze boos op hen?
De Bijbel vertelt het niet.


woensdag 28 januari 2015

Isaäk - Esau - Jakob

Abraham trouwde opnieuw na Sara's dood. Dat heb ik nooit geweten. Maar, in tegenstelling tot het huidige kerkrecht, beschouwt hij zijn tweede vrouw niet als zijn vrouw, maar als een bijvrouw. Op die manier zorgt hij, dat Isaäk alles kan erven. Niet dat zijn andere kinderen niets krijgen: hij geeft ze geschenken en zorgt dan, dat ze bij Isaäk uit de buurt blijven.
Uiteindelijk komt er toch één zoon terug: Ismaël. Hij begraaft samen met Isaäk hun vader. Een geweldige scène.

Er wordt heel wat bekokstoofd in het deel van Genesis dat ik vanavond heb gelezen.
Isaäk haalt dezelfde truc met Rebekka uit als zijn vader vroeger deed met Sara: hij en zijn vrouw beweren, dat Rebekka zijn zus is.
Abimelech heeft het al eens eerder meegemaakt, toen hij Sara zo mooi vond. Daarom bespioneert hij Isaäk en Rebekka en ziet, dat ook dit stel een echtpaar is. Weer mis.
Rebekka overkomt hetzelfde als Sara: ze wordt aanvankelijk maar niet zwanger. En als ze dan zwanger wordt, krijgt ze een tweeling. Een tweeling die compleet van elkaar verschilt.
En net zoals God meer hield van Abel, de schaapherder, dan van Kaïn, de landbouwer, houdt Isaäk meer van Esau, de ruige jager dan van zijn vrouwelijk aandoende zoon Jakob.
Maar Rebekka houdt meer van Jakob. En waar Jakob in zijn eentje het eerstgeboorterecht aan Esau ontfutselt, helpt zijn moeder hem bij het laatste grote bedrog: hij doet alsof hij Esau is, en krijgt zo de vaderlijke zegen. Esau heeft het nakijken.

Maar ook Jakob wordt bedrogen: als hij zeven jaren heeft gewerkt voor Laban, zijn oom, denkt hij Rachel als echtgenote te krijgen. En ontdekt te laat, dat hij de oudste zus heeft gehuwd, de minder knappe Lea. En Rachel krijgt hij maar onder één voorwaarde: nog eens zeven jaar dienen. Hoewel hij, en dat heb ik vroeger nooit meegekregen, Rachel wel één week na het huwelijk met Lea tot echtgenote krijgt.

En dan heeft God ook zo zijn plannen.
Hij heeft medelijden met Lea, en zorgt dat zij wel zwanger wordt, en Rachel niet.
Maar het plan werkt niet: Jakob verwekt het ene kind na het andere, maar houdt niet van Lea.
Vervolgens zetten de twee zussen hun slavinnen tegen elkaar in: zowel die van Rachel als die van Lea krijgen twee zoons.
En Jakob laat het zich allemaal aanleunen. Hij heeft twee vrouwen en twee slavinnen die hem terwille zijn.

Niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen intrigeren in dit deel heel wat af.

dinsdag 27 januari 2015

Isaäk

Abraham houdt zoveel van God, dat hij zelfs bereid is de enige zoon die hij met zijn wettige vrouw heeft gekregen te offeren. (Genesis 22:1-19) In dit verhaal looft God hem daarvoor.
Ik heb een ander verhaal gelezen, wat me veel meer aanstaat: de Engel komt daarin naar Abraham en zegt tegen hem: hoe haal je het in je hoofd, dat God een mensenoffer zou willen? Zo is jouw God niet.
Een tegenstelling met de andere religies in de regio.
Wat ik ook zo mooi aan dit verhaal vind: Abraham wordt opgeroepen zelf na te denken. Als iemand zoveel van je vraagt, mag dat wel? Zelfs al is het je God?
Mooie vragen.
Ik vind het ook zo mooi, en zo hartverscheurend, dat Isaäk zo vol vertrouwen in zijn vader is. 'Waar is het lam als brandoffer?' Terwijl hij het 'lam' zal zijn. Dat naar de slachtbank wordt geleid.
Waar hebben we dat eerder gehoord??

Isaäk wordt ouder en zijn vader besluit dat hij een vrouw nodig heeft. En niet zo maar een vrouw. Nee, een vrouw uit zijn eigen volk. Dus wordt in Genesis 24 een knecht er op uit gestuurd om in zijn oude land een vrouw voor hem te zoeken. De knecht vindt die vrouw: de kleindochter van de broer van Abraham, een achternicht dus van Isaäk. Ze hoeft niet mee, dat heeft Abraham duidelijk gezegd: 'Indien echter die vrouw u niet wil volgen, zult gij van deze eed aan mij ontslagen zijn'. Fijn, zelfbeschikkingsrecht.
Hoewel...
Verderop in Genesis 24, 51, zeggen de broer en de vader van Rebekka: 'Zie, daar is Rebekka, neem haar en ga heen, opdat zij de vrouw wordt van de zoon van uw heer, zoals de Here gesproken heeft.'
Niets in te brengen dus, denk ik verslagen.
Maar gelukkig, als de knecht de volgende dag meteen naar huis wil, en de broer en moeder van Rebekka haar nog een paar dagen bij zich willen houden, besluiten ze zowaar het aan het meisje zelf te vragen. En zij wil meteen met de knecht mee.
Vraag blijft natuurlijk: wat stelt ze zich ervan voor? Nog meer mooie juwelen? Ontsnappen aan vader en broer, die altijd voor haar beslissen? De wens naar een gezin?
Kijk, dat staat er niet bij.

En dan, dan komt voor mij de mooiste zin uit Genesis 24: 'Zo vond Isaäk troost na de dood van zijn moeder.'
Ik moet er altijd weer van huilen.



maandag 26 januari 2015

De dochters van Lot

Dat gastvrijheid het hoogste goed is, blijkt wel uit het verhaal van Sodom en Gomorra: twee engelen zijn op bezoek geweest bij Abram, die nu Abraham heet, en gaan door naar Sodom en Gomorra. Daar worden ze gastvrij door Lot, Abrahams neef, onthaald.
Maar de mannen van Sodom willen ook wel een feestje vieren. Ze willen dat Lot hen de twee mannen geeft, zodat ze hen kunnen misbruiken.
Nee, zegt Lot, dat kan niet, dit zijn mijn gasten.
En nu komt het: Mijn dochters zijn nog maagd, zegt Lot, neem die maar.
Nou fijn, bedankt. Daar heb je dan je vader voor, om je zonder slag of stoot uit te leveren.

Dat is de hedendaagse blik. De blik van toen was, dat gastvrijheid het allerbelangrijkste was, belangrijker dan wat dan ook.  Dus zouden we het Lot niet al te erg kwalijk moeten nemen.
Het hele 'feest' gaat overigens niet door. De mannen van Sodom dringen op, Lot verdedigt de engelen met zijn lijf, hen wel, de engelen sleuren hen terug en zorgen dat de deur niet meer open kan.
De volgende dag moet Lot van de engelen met vrouw en dochters de stad uit, want zij gaan de stad verwoesten. De  - toekomstige - schoonzoons hadden ook mee gemogen, maar zij geloven Lot niet als hij zegt dat de stad verwoest wordt.

Maar ja, dan is Lots familie de stad uit, de schoonzoons zijn er niet meer, die zijn met de rest van Sodom omgekomen, Lots vrouw is in een zoutpilaar veranderd omdat ze toch omkeek. En Lot is alleen met zijn dochters. Die een kind willen. Als vrouw heb je pas status als je een kind hebt. En er zijn geen geschikte echtgenoten in de buurt.
En dan blijkt, dat de dochters van Lot helemaal geen willoze slachtoffers zijn. Ze denken er eens over na, en besluiten dat hun vader maar de vader van hun kinderen moet worden. Ze voeren hem dronken, om te voorkomen dat hij zal protesteren, vrijen met je dochter was toen kennelijk ook een groot taboe, en om beurten hebben ze gemeenschap met hun vader.
Niet niks.
Een taboe verbreken. Omdat je vader alle andere mogelijkheden heeft afgesneden.
En ze worden er ook voor beloond: beiden krijgen een zoon, en die worden allebei de aartsvader van een volk.

En dat is volgens mij het laatste wat we in de Bijbel over Lot en zijn afstammelingen lezen.
 



zondag 25 januari 2015

Sarai

Ik heb vandaag veel aantekeningen gemaakt. Vooral over de namenlijsten, die nogal verwarrend zijn (de ene keer worden de nakomelingen van de ene zoon genoemd, de andere die van de andere) en het tussen neus en lippen door (Genesis 10:25) bij het noemen van Péleg door melden 'want in zijn dagen werd de aarde verdeeld.' Heel interessant, en ik zou graag willen weten of die verdeling van de aarde later nog ergens terugkomt.

 Maar in Genesis 11-12 wordt ook het verhaal van Sarai verteld. Sarai, dochter van Haran, zus van Lot. Sarai die met haar oom Abram trouwt, de broer van haar vader Haran. Ze is een mooie vrouw, en haar echtgenoot weet, dat de Egyptenaren dat ook zullen zien. En zegt tegen haar, dat ze maar moet doen alsof ze zijn zus is. Dat gebeurt. En de Farao voelt zich gerechtigd haar als vrouw te nemen.

Daar vraag ik me heel wat bij af. Neemt de Farao haar tot vrouw, en heeft Abram daar niets over te zeggen? Of heeft hij nog wel aan haar zogenaamde broer, Abram dus, gevraagd of hij haar tot vrouw mag nemen? Lekkere jongen dan, die Abram. Of natuurlijk een heel bange jongen. Wat het geheel wat begrijpelijker maakt.

Wat natuurlijk het allermeeste opvalt is, dat Sarai in dit geheel niets te zeggen heeft. Eerst trouwt ze met een veel oudere man, Abram. Wie heeft dat geregeld? Haar opa? Haar vader Haran is al dood. Of haar broer Lot, die zo hoopt op betere voet te staan met zijn oom Abram?

Maar kennelijk geeft ze genoeg om Abram om te doen alsof ze zijn zus is. Of misschien is dit wel de beste mogelijkheid ooit nog bij haar volk terug te komen?
Het heeft allemaal een smerig luchtje. 'Een sjacheraar,' zei mijn vriend toen ik het hem vertelde, en zo is het maar net.

Ik weet het, de Bijbel is een verhaal over gewone mensen, ze doen alles wat God verboden heeft. Zo ook hier, want de Farao, relatief nog de meest onschuldige van het stel, wordt getroffen door rampen omdat hij de vrouw van Abram als vrouw genomen heeft. Je vraagt je af, hoe hij erachter gekomen is, dat Sarai de vrouw van Abram was. Wie heeft het hem verteld? Opvallend ook, dat de Farao kennelijk zo bevreesd is voor de God van Abram, dat hij hem alles mee laat nemen wat hij hem had geschonken toen hij Abram nog als de broer van Sarai zag.
En dat God het kennelijk Abram vergeeft dat hij dit alles veroorzaakt heeft, omdat hij tegen Sarai heeft gezegd, dat ze maar doen alsof ze zijn zus is. Het wordt niet eens genoemd!

zaterdag 24 januari 2015

Noach en de zondvloed

Als klein meisje zat ik regelmatig onrustig voor het raam. Het regende, en het bleef maar regenen. Ik wist wel, dat God Noë beloofd had, dat er nooit meer een zondvloed zou komen. Maar wat, als hij zich nou had bedacht? Wat als hij ons mensen zo slecht vond, dat hij ons toch maar dood maakte?
Gelukkig heeft God zich, in ieder geval hier in Nederland, altijd aan Zijn afspraak gehouden. Er waren wel grote overstromingen, zeker. En ze zetten zelfs hele provincies onder water.
Maar geen heel land. Er bleven altijd meer mensen over dan één man met zijn vier zoons en hun vrouwen.

Later, toen ik, allang volwassen, door het Noorderpark reed bij Leeuwenborg in Groningen, zag ik soms een fantastische regenboog. Er was niemand om me heen (jaaa, ik ben een lafaard) en ik barstte dan in jubelzang uit: 'Dank u, voor deze nieuwe morgen, Dank u, voor deze nieuwe dag, Dank u, dat ik met al mijn zorgen, Bij u komen mag'.
Heerlijk, het gevoel is er nog steeds nu ik, iets van twintig jaar later, dit schrijf.

En vanavond las ik het dus weer. Over het getal zeven had ik gelezen in mijn Facebook groep. Nu wist ik wel dat het getal zeven belangrijk is in de Bijbel, maar in dit verhaal heb ik het dus altijd gemist. Het komt ook maar één keer voor. En aangezien de Bijbel veel herhaalt en dit niet, is het gemakkelijk het over het hoofd te zien.
Maar niet de woede. De woede van God, dat de mens niet doet zoals Hij wil. Hij heeft de mens dan wel een vrije wil gegeven, maar er zijn grenzen. Grenzen, die de mensen met voeten hebben getreden. Alleen Noach (ik heb een protestantse Bijbel, geen katholieke), die mag blijven.
En Noach accepteert dat. Vraagt hij God niet, of Hij ook andere mensen wil sparen? Ik kom het niet tegen. Elders in de Bijbel gebeurt dat wel. Hier niet. Noach bouwt de Ark, neemt zijn vrouw, hun zoons en de vrouwen van die zoons mee, ook nog een hele hoop dieren, en vertrekt.
En dan komt de regen. En het houdt maar niet op. Dagen, nachtenlang. Al maar door. En eindelijk, eindelijk wordt het schip, dat op land stond, opgeheven. En eindigt zelfs op een berg.
Zo groot was de overstroming.

Ik heb ooit gelezen, dat God Zich later schaamde. Schaamde, dat Hij zo boos was geworden. Dat Hij zo'n enorme vernietiging had veroorzaakt. Dat heb ik altijd een mooi idee gevonden.

Iets verderop in Genesis verdwijnen al die vrouwen. Noach bedrinkt zich, trekt zich dronken terug in zijn tent, wordt daar gadegeslagen door één van zijn zoons, Kanaän, die het meteen aan zijn broers gaat vertellen, die hun maatregelen nemen. Als Noach hoort dat Kanaän hem bespiedt heeft, vervloekt hij hem, zijn eigen zoon.
Maar waar zijn de vrouwen in dit verhaal? Eten koken? Eten verzamelen? Geen woord meer over ze.

Nakomend: ik zag vanmiddag pas (25-1), dat Kanaän de jongste zoon is van Cham. En Cham is degene die zijn vader bespiedt in de tent.  Cham is de jongste zoon van Noach. En Noach vervloekt daarop de jongste zoon van zijn jongste zoon. Maar, waarom vervloekt Noach niet zijn jongste zoon zelf?
Kan het een verschrijving zijn?

vrijdag 23 januari 2015

Kaïn en Abel doodgezwegen

Ik leerde het al op school: Genesis is geschreven in verschillende tijden, en door verschillende mensen.
Dat het geschreven is door verschillende mensen, ontdekte ik vanavond maar weer eens.

Ik ben gek op de stukken met geslachtsnamen in de Bijbel. Zoals mijn vriend net al tegen me zei: "Jij houdt van continuïteit, van doorgang."
En zo ontdekte ik dat in Genesis 5 alleen wordt gesproken over Seth als zoon van Adam, en niet over Kaïn en Abel.
En dat een aantal zonen die in Genesis 4 nog voorkwamen in de afstammingslijst van Kaïn, in Genesis 5 gemakshalve aan Seth worden toegeschreven.
Zo verwekt Kaïn Henoch (Genesis 4:17) en Methusaël Lamech (4:19).
Maar in Genesis 5 verwekt een verre afstammeling van Seth, Jered Henoch (5:18). En Methusalah verwekt Lamech (5:26). Over Methusalah kun je twisten: het kan een andere schrijfwijze zijn. Tenslotte worden in het Hebreeuws alleen de medeklinkers geschreven: M th s l (h).
Aan de andere kant krijgt Henoch nog heel wat nakomelingen, voordat zijn achter   ... achterkleinzoon Mehujaël Methusaël verwekt, en verwekt Henoch zelf Methusalah, de vader van Lamech.
Ach ja, niet iedereen zal dit interessant vinden, maar ik vind het heerlijk te puzzelen over de verschillen.

Overigens heb ik daar gisteren niet over geschreven, maar Lamech is niet bepaald mijn favoriet. Hij schept tegen zijn twee vrouwen op, dat Kaïn zevenvoudig wordt gewroken, maar hijzelf zevenenzeventig maal. En daarom mocht hij kennelijk een man doden 'om mijn wonde' een knaap 'om mijn striem'.  Niet dat ik het helemaal begrijp, maar het klinkt erg onplezierig allemaal.

donderdag 22 januari 2015

Muziek - Kaïn en Abel

Ik zing. Ik zing ontzettend graag. Sopraan ben ik, hoge sopraan. Regelrecht de hemel in, zeg ik altijd maar.
En wat lees ik al helemaal aan het begin van de Bijbel, in Genesis 4: 21-22?
En de naam van zijn broeder was Jubal; hij is de vader geworden van allen, die citer en fluit bespelen.
Zo vroeg in de Bijbel komt de muziek dus al voor. Bij Jubal, zoon van Ada en Lamech, zoon van Methusaël, zoon van Mehujaël, zoon van Henoch die uit Kaïn werd geboren.

Kaïn, de man die zijn broer doodsloeg.

Afgelopen zondag (18 januari 2015) was Guus Kuijer te gast in het programma "Boeken". Hij is bezig met "De Bijbel voor ongelovigen". Hij vertelde over Kaïn (mijn weergave, geen letterlijk citaat): Kaïn wist helemaal niet, dat je een medemens ook kon doden. Hij gaf Abel een klap, en toen was hij dood. Dat was misschien wel helemaal niet zijn bedoeling geweest.

Een man die zijn eigen kracht niet kent dus. En je merkt in de Bijbel, dat God dat misschien ook wel beseft. Want, hoewel hij Kaïn vervloekt, spreekt hij Kaïn tegen als die denkt, dat iedereen hem zo maar zou mogen doden.  Zeker niet, zegt God, als ze jou doden, zullen ze daar zevenvoudig voor boeten.

God is in het Oude Testament vaak een God der Wrake, maar hier, al helemaal in het begin van de Bijbel, merk je al, dat hij ook een mededogende God is.

Mooi.

woensdag 21 januari 2015

De kop is eraf

Vanavond zijn we dan begonnen. In het Trefpunt in Maarssen was voor wie dat wilde een Bijbelse maaltijd. Of de linzensoep uit Genesis 25:34 volgens hetzelfde recept gemaakt was, weet ik niet. Maar hij was in ieder geval erg lekker.

Tegen acht uur liep de zaal flink vol. Na de opening hebben we nog onze Bijbels omhoog gehouden voor de foto. Die foto moet mislukt zijn, maar op de foto die wel op de facebookpagina staat, ziet het er in ieder geval erg gezellig uit (zoek maar op #startavond).

De meesten van ons werden voorzien van een Bijbelsurvivalpakket (de meesten: er waren meer mensen gekomen dan zich opgegeven hadden, en mensen namen mee voor hun kennissen die niet konden komen) en we kregen er uitleg bij.

In de pauze werden leesgroepjes gevormd. Ik zit in een groepje van zes vrouwen die overdag in Maarssenbroek bij elkaar willen komen.

En na de pauze begon dan het 'echte werk': om beurten lazen we elkaar voor uit verschillende Bijbelvertalingen. Ik las uit mijn bijbel van het Nederlands Bijbel Genootschap Geneses 2:18-25 voor. Een heerlijk stuk. Dat ik per ongeluk mùnnin voorlas in plaats van mannin, heeft hopelijk niemand me kwalijk genomen.

Tegen kwart voor tien was het afgelopen, een mooie tijd.

En morgen moeten we het een tijdje alleen doen, maar gelukkig kunnen we ook nog steun bij elkaar zoeken, al dan niet via Facebook.

Ik heb er veel zin in.

dinsdag 20 januari 2015

De Bijbel Uitdaging 2015 in Maarssen

Het voorwerk


In de Vechtstroom van 8 januari 2015 las ik, dat er een groep was opgericht die zich had voorgenomen de hele Bijbel te lezen in één jaar tijd.
Ik was er net over aan het nadenken of ik mee ging doen, toen mijn muziekmaatje me schreef, dat zij erheen wilde.

Dus begin ik morgenavond, 21 januari, met een Bijbelse maaltijd.
Het bericht erover schreef: Op het menu staat Genesis 25:34.
Dus die bijbel heb ik inderdaad al ingekeken.

De groep wordt steeds groter. Ook mensen uit Breukelen en IJsselstein doen mee. We zullen elkaar niet allemaal zien: er is ook een facebookgroep gevormd.  Daar zitten mensen in die alleen via facebook meedoen. Verder heeft de Ontmoetingskerk, die het geheel organiseert, mededelingen op haar eigen website onder het tabblad Bijbeluitdaging.

Ik ben heel erg benieuwd. Ik probeer jullie op deze plaats op de hoogte te houden van de vorderingen.

O ja, een belangrijke vraag is: Welke Bijbel lees je?
Veel mensen lezen de Bijbel in Gewone Taal (BGT). Ikzelf lees de vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap uit 1973.

En tenslotte mijn vraag: iemand enig idee hoe ik hier een RSS-feed aan koppel? Ik kan het niet vinden.