zaterdag 14 februari 2015

Aärons zonen - nog meer wetten - melaatsheid

Heftige taferelen vandaag.
Aäron en zijn zonen worden priesters. Aäron doet aanvankelijk al het werk, en zijn zonen reiken hem telkens het bloed aan. Aäron zegent het volk. God accepteert al de offers. In één klap is het altaar vol vuur, een duidelijk teken van de aanwezigheid van God. Het volk juicht. Het zou een fantastische dag zijn geworden ... als niet.

Als twee zonen van Aäron niet iets fout hadden gedaan. En als God hen dat niet zo kwalijk had genomen, dat hij ze daarvoor doodde. Het feest ontaardt in een nachtmerrie. Mozes, de oom van de twee jongens, verklaart zijn broer Aäron waarom God de beide jongens gedood heeft. En wat doet Aäron? Hij zwijgt. Wat kan hij zeggen? Waarschijnlijk zal hij in woede uitbarsten als hij zijn mond opendoet. Of in tranen. En als hij in woede uitbarst, zal God hem dan ook doden? Aäron lijkt het niet te willen riskeren.
De twee overgebleven zonen van Aäron moeten van hun oom Mozes de lijken weghalen. Ze mogen niet rouwen. Maar de rest van het volk mag wel rouwen.
Wat een ongelooflijk heftig iets. Je broers hebben iets fout gedaan, en daarom mag je niet om ze rouwen. En de broers gehoorzamen.

Vervolgens geeft God instructies aan Aäron: de priesters mogen geen wijn of bedwelmende drank drinken, als ze in functie zijn. Anders verliezen ze hun onderscheidend vermogen en kunnen ze niet zien of iets rein of onrein is.
Vervolgens legt Mozes aan Aäron en diens zonen uit wat ze van de offers mogen eten.
Dan gaat er nog iets fout. Mozes wordt kwaad op de twee overgebleven broers, maar hun vader springt voor hen in de bres. En Mozes geeft toe.
Mozes, maar zegt God nu niets meer? Het staat niet in mijn Bijbel.

Vervolgens worden ons de regels omtrent reine en onreine dieren uitgelegd. En wordt verteld wanneer een vrouw na de geboorte weer rein is. Het krijgen van een dochter veroorzaakt een dubbel zo lange onreinheid als het krijgen van een zoon. En als ze weer rein is, moet ze offeren, naar draagkracht.
En dan komt er een, wat zeg ik, komen er twee enorm lange hoofdstukken over melaatsheid. Over witte plekken, over geel haar, over plekken die zich vermeerderen en over plekken die even groot blijven.
Wat me daarbij opvalt is, dat je kennelijk al in die tijd van melaatsheid kon genezen. Vroeger begreep ik altijd dat eens een melaatse altijd een melaatse bleef. Maar hier bleef een melaatse de kans houden terug te keren in de gemeenschap. Als hij of zij weer rein is, moet er ook geofferd worden, ook naar draagkracht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten