dinsdag 29 september 2015

Joël

Een positieve profeet. Die twee woorden lijken niet bij elkaar te horen.
En, toegegeven, de profetie begint ook niet goed. We lezen over een sprinkhanenplaag, die de armoede nog eens versterkt.

Maar dan, dan komen de bemoedigende woorden. God wil Zijn volk helpen. Als ze nou maar eens zeiden, dat de Heer groot is, dat ze spijt hebben van al wat ze hebben gedaan, ja dan ... En dan krijgen we een heerlijk beeld voorgeschilderd over hoe mooi en geweldig alles zal worden.
En, omdat ook profeten naijverige mensen zijn, lezen we ook hoe de volkeren die Israël en Juda hebben beschimpt, nu zelf aan het kortste eind zullen trekken.

Kijk, op zulke teksten kan ik wel goed slapen.

Hosea

En weer komt het oude verhaal voorbij. Maar dan in een ander jasje. Hosea wordt aangespoord een niet-kuise vrouw te nemen en haar te bezwangeren. En daarna zegt God, hoe slecht Zijn volk wel niet is.
Uitgebreid wordt beschreven, wat de volkeren Judea en Israël fout doen. En wordt het verscheiden van het volk van Efraïm aangekondigd.

Waar is het minder strenge van nog maar een paar boeken geleden?
Waar is de verzekering, dat een mens wordt geoordeeld naar eigen daden, niet naar die van vader of moeder?

Allemaal verdwenen, allemaal weg, in de drang om het volk te laten zien dat het dit keer menens is.

Grimmig.

maandag 28 september 2015

Onbekende Daniël

Koning Nebukadnezar, ook wel Nabocodonosor, die kende ik wel.
En de vuuroven. En de leeuwenkuil. Allemaal bekend.
Maar dat Daniël ook zelf dromen had, en ze niet alleen uitlegde, dat was me ergens ontgaan.

Vanavond heb ik die dromen gelezen. En ergens had ik gewild, dat ik ze niet las.
Want er komen apocalyptische figuren in voor. Monsters, met vleugels en horens. En een hele lijst over allerlei koningen die zullen komen en toch ten onder gaan.

Ik was moe vanavond: vanochtend werden we wakker tegen half 5 en hebben we naar de maansverduistering gekeken. Pas tegen half 6 lag ik weer in bed.
Dus wat al die vorsten deden, en hoelang ze heersten, dat ontging me vanavond enigszins.
En ik raakte helemaal in de war van 70 weken die volgens mij toch 70 jaren waren.

Wat ik me tussen dat alles ook afvroeg: hoe kan Daniël iets vertellen wat hij toch tot het einde der tijden verborgen had moeten houden? Of moest dat tot het einde van ZIJN tijd?

zondag 27 september 2015

Daniël

Ezechiël is voorbij. Dat is een hele opluchting.
Het boek van Daniël is heel wat lichter van toon. Jazeker, Nebukadnezar bedreigt iedereen die zijn droom niet weet te verklaren, er worden mensen in ovens gegooid en in een leeuwenkuil. En toch, toch is Daniël lichter.

Er is veel te kiezen om over te praten in Daniël 1-7. Maar ik praat het liefste over de vuuroven. Drie mannen, de gezellen van Daniël, worden in de vuuroven gegooid omdat ze weigeren te knielen voor het afgodsbeeld van Nebukadnezar.. De oven wordt zelfs nog heter gestookt om te zorgen dat ze zeker omkomen. Dat heeft vreselijke gevolgen voor de mannen die de Judeeërs in de oven moeten gooien: ze komen zelf om van de hitte. Maar de drie Judeeeërs overkomt niets. Ze wandelen in de oven rond. En, en daar schrikt Nebukadnezar enorm van: er is een vierde man in de oven. Hij had er toch maar drie in laten gooien?

De lezer weet meteen, dat dat Daniël zal zijn. Die laat zijn vrienden niet in de steek.

Maar het staat nergens.


zaterdag 26 september 2015

De kracht der herhaling

Ik zit op de opleiding Proza voor Kinderen bij Scriptplus. Heerlijk is dat: je mag lekker verhalen schrijven. Er zitten ook nadelen aan: je verhalen, die je zo gloedvol schreef, worden besproken. Gelukkig eerst de tops: wat vond iedereen er mooi aan? Maar dan komen de tips: wat kan er beter?
Natuurlijk, het is allemaal heel leerzaam, en het is bedoeld om het verhaal nog mooier te krijgen, maar toch ...
Vanmiddag zei een cursiste tegen mij: 'Corrie, je herhaalt teveel.' Ik had te vaak beschreven hoeveel hout er in het huis was, te vaak soep laten eten, te vaak iets gezegd over een weeshuis.
Nou ben ik best in staat me daaruit te kletsen en dat deed ik ook wel een beetje: 'Dat meisje is haar geheugen kwijt, en ze klampt zich vast aan de dingen die ze wel weet.' Het kon ons, inclusief mijzelf, niet helemaal overtuigen.

De Bijbel heeft geen moeite met herhaling. Hoe vaker iets wordt herhaald, hoe vaster het in het geheugen komt te zitten, is kennelijk de gedachte. Dus wordt in de laatste hoofdstukken van Ezechiël flink gemeten. Wordt er van poort naar poort gegaan, met telkens weer dezelfde maten.
En wordt er zowaar, net zoals in Exodus, uitgebreid gesproken over de offers die gebracht moeten worden: welke offers en wanneer.

Toch is dat soms ook prettig: opnieuw lees ik nu over het water dat onder de Tempel doorstroomt. Dat geeft voor mij een zekere heiligheid aan het water, zodat alles er extra goed zal bloeien. En dat doet het ook: er komen vruchtbomen op, "waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt".
Het was in Exodus al een mooi stuk om te lezen, en nu komt het weer vaster in mijn geheugen te zitten.



vrijdag 25 september 2015

Meten is weten?

Meten is weten, zegt men wel. Maar ik kan het niet voor me zien!
In de hoofdstukken van Ezechiël die ik vanavond heb gelezen, ziet hij in een visioen hoe de nieuwe tempel van voor naar achter wordt gemeten, hier één roede, daar één roede (mijn Bijbel hanteert nog oude maten). Maten van drie el komen langs, van vijfentwintig. Dat is wel groot, denk ik dan.
Maar hoe het eruit ziet? Geen flauw idee.
Gelukkig worden er nog andere zaken verteld: dat er pleinen zijn, en galerijen, en priestervertrekken. Maar weer zie ik die kamers niet liggen.
Dan maar naar het filmpje gekeken, waar Jochem Stuiver het over had in de Facebookgroep. OK, hoge, smalle deuren, zoveel is nu wel duidelijk. Dan komt er een redenatie, die ik niet in de Bijbel terugvind. Dat is niet erg, want, zegt Jochem: "Bijgaand filmpje vond ik wel komisch en tekenend van hoe mensen met teksten aan de haal kunnen gaan."
Er moet een verrassende wending zijn in het filmpje. Die zie ik niet. Morgen maar eens kijken met mijn vriend?

Lastig hoor, zo weinig ruimtelijk inzicht.

donderdag 24 september 2015

Hereniging

Het deed me aan West- en Oost-Duitsland denken, de voorspelde hereniging van Juda en Israël.
Hoewel deze twee landen al veel langer uit elkaar waren.

Maar het heeft ook iets hoopgevends: helen wat gebroken is, bij elkaar brengen wat onterecht uiteen gevallen is.

Dus wie weet, zijn op een dag Noord- en Zuid-Korea weer samen, Noord- en Zuid-Vietnam ook.
Maar hopelijk gaan er niet zulke afschuwelijke oorlogen aan vooraf.

woensdag 23 september 2015

Goede Herder

Vanavond gelezen over goede en slechte herders.
De slechte herders gebruiken alles van het schaap, als het er tenminste nog is. Ze eten van het schaap, ze gebruiken haar wol.
Maar als het schaap verdwaalt, heeft het pech gehad. De herder komt haar echt niet ophalen. Die heeft het te druk met slachten van de andere schapen, ze opeten en hun wol gebruiken.
En, zegt God, dat is niet de bedoeling van een herdersleven. Een herder hoort de schapen te weiden. Is er een schaap verdwenen, dan gaat hij haar zoeken. Als ze gewond is, dan verbindt hij haar.
Maar nee, deze herders [heersen] 'over hen met hardheid en geweldenarij' (Ezechiël 34: 4-5).

Een mooi beeld, van de herder en de schapen.
En mooi, dat een schaap mag verdwalen. Het mag de fout in gaan. De herder haalt het wel terug.
Als het goed is. Als hij niet alleen maar de gezonde schapen wil houden. Als hij niet alleen maar gebruikt, en niets teruggeeft.

Ook heel interessant, wat er met de vette schapen gebeurt.
Die vette schapen, zegt God in Ezechiël, die drukken de andere schapen weg. Dus hup, slacht ze maar. Dat is lekker eten (nee, dat zegt God niet, dat is mijn eigen bijdrage) en, (en dat zegt God wel), [ik zal]  'mijn schapen verlossen, opdat zij niet langer tot een prooi zijn.'

Dus mededogen, geen hardheid en geweldenarij.

dinsdag 22 september 2015

Afrekenen

God heeft met Israël en Juda afgerekend. Hij heeft de Joden laten meevoeren naar Babel.
Maar nu rekent hij af met alle volkeren die hebben gelachen om Israël en Juda. Die ze hebben bespot, toen ze in de narigheid zaten.
Tyrus, de geweldige zeestad, moet eraan geloven. Eens een machtige stad, nu vernietigd door zijn vijanden. Bladzijden vol lezen we, over hoe geweldig die stad was. En wat er nu van terecht gekomen is.
Sidon komt langs, vernietigd.
Egypte, dat ooit de Joden in slavernij hield, later bevriend raakte met Juda en Israël - Salomo had zelfs een Egyptische vrouw -, en dat Juda en Israël op het cruciale moment in de steek liet - vernietigd. 40 jaar lang zullen de Egyptenaren verstrooid worden. Wat bij mijn weten overigens veel korter is dan de ballingschap van Juda en Israël.

Want je mag dan als God wel Je eigen volk verstrooien, dat wil niet zeggen dat anderen dat volk mogen bespotten.



maandag 21 september 2015

Na Mozes

In Exodus houdt Mozes God tegen.
Telkens als God roept, dat Hij genoeg heeft van dat zooitje ongeregeld, zegt Mozes: Dat kunt u niet doen, Goed. Iedereen zal u verschrikkelijk uitlachen. Wat is dat voor een God, zullen ze zeggen, die zijn eigen volk doodt.
En telkens weer laat God zich tegenhouden.

Maar nu, eeuwen na Mozes (ik ben geen bijbelexegete, ik weet dus niet hoeveel tijd er verstreken is tussen Exodus en Ezechiël), heeft God er genoeg van. Hij zal - bijna - Zijn hele volk uitroeien. Die paar die overblijven, kunnen getuigen wat Hij gedaan heeft. Maar de rest: dood. God zal de wereld wel eens laten zien, wat er gebeurt, wanneer er niet naar Hem geluisterd wordt.
Een puinhoop, een puinhoop zal Ik ze maken.
(Ezechiël 21:27)


Verwarrend. Want een paar hoofdstukken geleden heeft God het nog over persoonlijke schuld en onschuld. En nu is hij zo boos, zo 'vertoornd', dat hij niet meer tegen te houden is.
Ik zal Mijn zwaard uit de schede trekken en onder u uitroeien, zowel de rechtvaardige als de goddeloze.
(Ezechiel: 21:3-4)
en
Ik zal noch ophouden noch sparen noch medelijnen tonen.
(Ezechiël 24:14)
En, wat mij heel erg onrustig maakt: er spreekt een zekere wellust uit de woorden van God, zoals Ezechiël die tot ons brengt.
Hij lijkt te zwelgen in zijn moorden, te zwelgen in zijn beschrijving van Jeruzalem als een hoer.

Zoals ik gisteren al zei: ik zal blij toe zijn, als ik aan het volgende Bijbelboek kan beginnen.



zondag 20 september 2015

Hakke Zage

Eigenlijk dacht ik, dat ik dit deel van de Bijbel achter me had gelaten.
Het gewelddadige, het moordende gedeelte.

Maar nee, in Ezechiël trekt God weer ouderwets van leer.
Telkens herhaalt hij:
want zij zijn een weerspannig geslacht
En wat te denken van Ezechiël 5:8-10?
Zie, Ik zàl u, ja Ik! ... Daarom zullen vaders in uw midden hun kinderen opeten, en kinderen zullen hun vaders opeten.
En zo gaat het maar door. God spreekt over Zijn grimmigheid, die Hij over Zijn volk brengen zal.

En menig hoofdstuk wordt afgesloten met:
en zij zullen weten, dat ik de Heer ben.

Moeilijk, hier de vergevingsgezinde God in te herkennen, waar ik net aan begon te wennen.

Maar gelukkig, Hij is er wel. In Ezechiël 18 legt God uit, dat ieder mens persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn daden. Dat als de vader fout is, de zoon niet gestraft hoeft te worden. Dat als de zoon fout is, de vader niet gestraft hoeft te worden. Een hele tegenstelling met het begin van de Bijbel, waar God een hele familie, inclusief slaven en dieren, in de kloof liet verdwijnen, omdat de stamleider fout was.

Maar ik zie toch uit naar het moment dat ik dit boek achter me kan laten.

woensdag 16 september 2015

Klaagliederen

Ik merk, dat ik minder goed lees, sinds ik mijn blog niet meer bijhoud. Wat ik lees vervluchtigt meer. Dus, zere arm of niet, een blog moet maar even kunnen.

Inmiddels ben ik bezig met de Klaagliederen. Afkomstig van Jeremia, denkt men. En vanuit verschillende perspectieven geschreven. Dat maakt niet uit. Er is een grote overeenkomst: leed, onnoemelijk leed. En ongeloof. Dat die God, in wie ze niet echt meer geloofden, hen in de steek had gelaten. Omdat ze niet deden wat Hij wilde. Omdat ze feitelijk Zijn bestaan ontkenden.

Het is een hele troost, dat je af en toe toch meekrijgt, dat er genade zal komen. Dat al dit vreselijke eens zal ophouden. Dat er ooit, ooit betere dagen komen.