maandag 27 april 2015

Zangers, profeten en schrijvers


Wat heerlijk: een heel hoofdstuk van Kronieken I, hoofdstuk 25, is gewijd aan zangers. We krijgen veel van hun namen te horen, zo belangrijk is dit kennelijk geweest. De zonen van Asaf, Heman en Jeduthun, met name genoemd, zingen terwijl hun vaders ... profeteren. Ze zijn daartoe aangewezen door koning David.

En ik maar altijd denken dat het een gave was, profeteren.
Nu krijgen schrijvers ook altijd te horen dat inspiratie maar een deel van het verhaal is, het merendeel is hard werken (ik wil daar nog steeds niet aan en heb vast daarom nog niet gepubliceerd ...), maar dat dat ook voor profeteren zou gelden, dat verbaast me wel.

Helaas, de Nieuwe Bijbelvertaling lost het raadsel op:
zij begeleidden Asaf [hun vader] wanneer hij de lofliederen zong volgens de aanwijzingen van de koning. (I Kronieken 25:2)
Dat is logischer. Van David is bekend dat hij op de harp speelde. Liederen die hij zelf had gecomponeerd. En die liederen kon hij later natuurlijk door anderen laten zingen. Dus de zoons spelen op citers, harpen en cimbalen terwijl hun vaders zingen.

En nu alleen nog maar ontdekken hoe het komt dat mijn Bijbelvertaling spreekt van profeteren, terwijl de Nieuwe Bijbelvertaling spreekt over zingen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten