vrijdag 10 april 2015

Handen en hoofd

Ik merkte het al eerder, toen ik Exodus las: de Bijbel gaat niet alleen over koningen en profeten, nee, de Bijbel gaat ook over ambachtslui. Niet alleen het hoofd is belangrijk, ook de handen.
En zo wordt in Koningen I, 7 liefdevol beschreven hoe Hiram uit Tyrus, 'zoon van een weduwe' alle brons- en koperwerk voor de tempel van Salomo maakt. Wat hij maakt, hoe groot het allemaal is, waarvan het vlechtwerk wordt gemaakt, het aantal van het één en ander. Dat hij runderen maakt, en bekkens en zelfs de zee. De zee!

Er bevangt me een grote eerbied als ik dit lees. Dat iemand dit allemaal kan. Dat hij dit allemaal doet. Dat hij aan zoiets moois, zoiets machtigs mag werken.
Volkomen terecht, dat we meer dan twee eeuwen later zijn naam nog weten. Hiram van Tyrus.

Even slaat de verwarring toe: 'Ook maakte Salomo al de voorwerpen in het huis des Heren,' staat er in vers 48. Maar, de NBV stelt me gerust: 'liet Salomo allerlei voorwerpen maken'.
Ik dacht al, was Salomo behalve een wijs man ook nog een goede ambachtsman?

En dan, dan staat de tempel er. Gebouwd van cederhout. Spiksplinternieuw. Met brons, en koper, en goud in het interieur. En wat doet Salomo?

Hij brengt de geheiligde voorwerpen van zijn vader David erin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten