De wijde wereld is een boze wereld. Elia weet er alles van. Hij heeft moeten vluchten voor koning Achab, omdat hij Achab heeft gezegd dat er pas weer regen of dauw zal komen als God het zegt. God, en niet de goden die Achab inmiddels aanbidt. Na twee jaar pas keert Elia weer terug. De eerste die hij ontmoet is Obadja, een profeet in dienst van Achab. Die niet de goden van Achab aanbidt, maar God. En honderd profeten heeft weten te verstoppen voor Achab. Obadja wil Achab niet berichten, dat Elia weer terug is, want hij is bang dat Achab hem dan doodt. Elia houdt echter vol en Obadja brengt de boodschap over aan Achab.
Elia komt Achab tegen. Achab overlaadt Elia meteen met verwijten. Maar Elia pareert de verwijten en begint meteen bevelen uit te delen. Achab volgt ze op.
De bevolking van Israël wordt opgeroepen en de profeten van de verschillende goden.
En dan begint Elia's strijd met de profeten van Baäl en van Asjéra, twee afgoden die door Achabs vrouw Izebel worden aanbeden. Eén man tegen achthonderdvijftig profeten, vierhonderdvijftig van Baäl en vierhonderd van Asjéra. Een zeer ongelijke strijd.
Die glansrijk wordt gewonnen door Elia. De geofferde stier van de profeten van de afgoden vat geen vlam, de geofferde stier van Elia wel. Ondanks al het water wat er omheen gesprenkeld is. Kostbaar water, dat in rook opgaat.
En dan blijkt weer eens de boze wereld. Want wat lezen we?
En Elia voerde hen naar de beek Kison en liet hen daar slachten.Alsof het beesten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten