zondag 1 maart 2015

Afgoderij

Een bloedbad wordt er aangericht in Numeri 25. En waarom? Omdat de Israëlieten afgoden aanbidden.
Ze worden gedood. Vierentwintigduizend doden vallen er.

Vierentwintigduizend!

Ik vind het zo afschuwelijk. Nee, natuurlijk mag afgoderij niet. Maar dit!

Er is al zoveel aan vooraf gegaan. In de facebookgroep 'De Bijbel Uitdaging 2015' hebben ze me al verteld, dat er nog veel meer zal komen. Ik vind het afschuwelijk.
Er wordt geteld. En bijna niemand van de mannen boven de 20 die geteld worden, waren er van begin af aan bij. Die zijn in de woestijn gestorven. Dat was omdat God boos op ze was, toen ze hadden geklaagd. Alleen Mozes is nog over, en Kaleb en Jozua.

Ik zeg wel eens tegen mijn vriend: straks krijgt de Bijbel nog voor elkaar wat al die jaren en gedachten van mij niet voor elkaar gekregen hebben: dat ik aan het einde van het jaar niet meer geloof. Omdat ik niet in zo'n God wil geloven.

Maar ach, 's avonds als ik in bed lig, ben ik dat weer vergeten. Dan bid ik weer om God te danken.

Hele andere zaken: al in Numeri, hoofdstuk 25, wordt het erfrecht voor dochters geregeld. Als er geen zoons zijn, erven zij. Revolutionair, lijkt mij. Maar misschien vergis ik me wel. Tenslotte waren de omringende godsdiensten in die tijd godsdiensten waarbij vrouwelijke goden aanbeden werden. Dus misschien hadden de vrouwen van die godsdiensten allang erfrecht.
Of is dat wishful thinking?

En tenslotte wordt in Numeri 27 de opvolging van Mozes geregeld. Eén van de andere twee mannen die er al in de Sinaï bij waren, Jozua, zal hem opvolgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten