zaterdag 21 maart 2015

Vrouwen aan de macht; verraad

Vandaag ben ik aan een nieuw boek begonnen: Richteren, volgens mij bij de katholieken Richters genoemd.
Jozua is dood, en het gaat nog even goed. Juda verovert met zijn broer Simeon flinke stukken land. Zelfs Jeruzalem wordt ingenomen.
Maar uiteraard willen de mensen meer. En Kaleb loont wel een heel bijzondere beloning uit om een stad veroverd te krijgen: wie Kirjath-Sefer verovert, krijgt zijn dochter Achsa tot vrouw. En inderdaad, Othniël verovert de stad en krijgt Achsa als bruid. Misschien kan Achsa het huwelijk dan wel niet tegenhouden, gesteld dat ze dat gewild had, ze sleept er wel zoveel mogelijk uit. Dank je hoor, zegt ze tegen haar vader, voor dat land, maar wat is land zonder water? Waarop haar vader haar zonder morren hoog- èn laaggelegen bronnen geeft.
Vervolgens komen er weer talloze namen langs. En wordt in dit hoofdstuk één voortdurend gemeld: ... heeft de inwoners van ... niet verdreven. Dat is een mantra in het tweede gedeelte van dit hoofdstuk. In hoofdstuk twee wordt God daar boos over: Hij had toch zo gezegd, dat de Israëlieten alle mensen daar moesten doden, en nu hebben ze het toch niet gedaan. Het volk huilt om de woorden van God, maar slacht niet alsnog de inwoners af. Ze trouwen met de zoons en dochters van het andere volk. En bekeren zich tot hun goden.
Dat kan niet goed gaan. God laat het land veroveren door andere volkeren. En iedere keer als het volk zucht en klaagt, komt Hij het te hulp. Dan staat er een nieuwe richter op, die het volk ten strijde leidt en van de vijand wint. Gedurende de rest van het leven van de richter blijft het volk gehoorzaam, zo'n veertig tot tachtig jaar lang. Om dan weer in afgoderij te vervallen. Waarna het hele verhaal van voren af aan begint. Eén van die Richters is Othniël, die met Achsa trouwde nadat hij Kirjath-Sefer had veroverd.
Eén van de Richters is een profetes, Debora. Kijk, dat kon kennelijk ook in die tijd. Zij stuurt een man er op uit om de vijand Sisera te verslaan. Alleen maar als jij meegaat, zegt de man. Jouw risico, antwoordt Debora daarop, het zal door een vrouw komen dat Sisera zal worden veroverd.
En dat klopt. De koning, Sisera, wordt bijna verslagen. Hij vlucht en komt terecht bij een bondgenote. Denkt hij. De vrouw, Jaël, stelt hem gerust. Bij haar is hij veilig. En dan, als hij van uitputting in slaap valt, slaat ze een pin door zijn hoofd. Dood.
Heerlijk natuurlijk voor het volk Israël. Maar Jaël heeft wel de grondbeginselen van de gastvrijheid met voeten getreden. Ze heeft een bondgenoot verraden. Nergens lees ik, dat dit wel heel erg is.

Ik blijf daar problemen mee hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten