vrijdag 6 maart 2015

Vermaningen

Mozes weet niet hoe vaak hij het moet benadrukken: houd je aan de geboden, doe wat God je ge- en verboden heeft. Dan zal God je welgevallig zijn. Zo niet, dan zal hij je straffen, en niet alleen jou, nee, ook je kinderen, je kleinkinderen en je achterkleinkinderen.

Maar als je berouw toont, toont God erbarmen.

Mozes herhaalt ook nog eens de tien geboden. Hij verhaalt van de sterke hand van God. Hij wijst zijn volk op de volken om hen heen, die ze overwonnen hebben. Die hadden andere goden.
Zij zijn het enige volk met een god die tussen hen leeft.
En het volk moet opletten: het is niet de bedoeling dat ze het beloofde land intrekken en zich dan niet aan de geboden zullen houden. Want God zal dat straffen.

Mozes herinnert zijn volk nog eens aan de twee Stenen Tafelen die hij kreeg op de berg Sinaï. Dat het volk daar de aanwezigheid van God had gevoeld. En Mozes wijst zijn volk er en passant fijntjes op, dat hij de enige is die God ook daadwerkelijk heeft verstaan.

Nogmaals herhaalt Mozes de Tien Geboden, nogmaals roept hij het volk op, God trouw te zijn, nogmaals wijst hij ze erop dat hij doordat hij iets voor het volk wilde doen, nu niet in het beloofde land mag komen.

Maar het belangrijkste is de liefde: de liefde van het volk voor God, de liefde van God voor zijn volk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten