zaterdag 23 mei 2015

Het geluk van de goddelozen

Jaren geleden, midden jaren tachtig, was er een enorm schandaal: een aantal mensen bij de ABP zou steekpenningen hebben aangenomen. Mensen die al een fors salaris verdienden, hadden besloten dat dat niet genoeg was en dat er op een andere manier bijverdiend moest worden.
Er verscheen iemand voor de rechter. Ik was overtuigd van zijn schuld. En ik was ook ontzet, dat hij vrij werd gesproken. Ik heb er uren om gehuild.
Want alles wat mijn ouders mij geleerd hadden over 'Eerlijk duurt het langst' en 'Gij zult niet ...', dat alles leek niet te kloppen. Een man die zo overduidelijk had gesjoemeld, werd wegens gebrek aan bewijs vrij gesproken.

En Job ziet dat al om zich heen. Die ziet dat de mensen die kwaad hebben gedaan daar nog bijzonder lang van genieten. Dat hun zonen in de problemen komen, maar dat de kwaaddoeners zelf daar niet onder lijden: die zijn al dood.
Job beklaagt zich bitter: hij is Godvrezend, en waar brengt het hem?

Op de mesthoop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten