vrijdag 29 mei 2015

Alles komt goed

Lang geleden zei de dirigent van ons studentenkoor Bragi uit Groningen: een goed componist herhaalt één, hoogstens twee keer. Tanejev herhaalt drie keer.

Zo te zien is de schrijver van Job dus een goed schrijver: in Job 40 praat God over het nijlpaard en de krokodil. Twee wonderbare wezens. Misschien beschrijft God hun wonderbaarlijkheid wel erg uitgebreid. Maar ja, een vakman vindt het nu eenmaal heerlijk over zijn werk te praten en God heeft het nijlpaard en de krokodil geschapen.

Job geeft toe, dat hij niets tegen God vermag en dat hij niet had moeten zeggen wat hij heeft gezegd.
God neemt het hem niet meer kwalijk. Hij neemt het de vrienden van Job kwalijk, dat ze zo over Hem gesproken hebben. En Job moet bidden om zijn vrienden te sparen.
Job is de kwaadste niet: hij bidt.
En God zegent Job opnieuw. Met vee, met zijn teruggekeerde familie, met opnieuw kinderen, en kleinkinderen. En met een gezegende leeftijd.

Eén ding zou ik wel graag willen weten: wordt Job niet elke dag met de vrees wakker, dat hem opnieuw alles zal worden afgepakt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten