zaterdag 20 juni 2015

Psalm 139

Soms duurt het lang, voordat de liefde komt. Bij mijn koor Cantanova, in de Verrijzenisparochie, nu Verrijzenisgemeenschap Maarssenbroek leerde ik psalm 139. De hertaler: Huub Oosterhuis, de componist: Antoine Oomen. Ik vond het een vreselijk lied. Eén lange litanie. Met gelukkig af en toe een solo ertussendoor, dat verzachtte het geheel nog wat.
Ik kon niets met teksten als 'Achter mij zijt Gij en voor mij uit', en ik had vooral een hekel aan 'Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder'. Op school had ik daar bij Biologie toch iets heel anders over geleerd.
Predestinatie vond ik het, ongemakkelijk. Meer iets voor protestanten, zo'n getuigenis.
En het lied duurde en duurde maar, vier volle bladzijden lang. En we zongen het ook zo vaak.
Maar langzaamaan kwam de verandering. Eerst natuurlijk door de solo's.
Had ik vleugels van morgenrood,
vloog ik over de verste zeeën,
ook daar Gij
 Dat klonk eigenlijk wel mooi.

En het gezamenlijk gezongen
Hoe zou ik Uw adem ontkomen,
waarheen vluchten voor Uw aangezicht
was op een vreemde manier troostend: hoe ver je ook afdwaalt, ik vind je weer terug.

Ik bleef het zingen. En ik ontdekte steeds meer de schoonheid.
Mijn ziel en gebeente door U gekend.
In mij was niets voor Uw ogen verborgen.
Angstaanjagend. En adembenemend.

En uiteindelijk vind ik nu zelfs
prachtig gevlochten in de schoot van de aarde
mooi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten