donderdag 18 juni 2015

De heerlijkheid der wet

Het is een lange, lange psalm, psalm 119. Zeker als je zo moe bent, dat je alleen nog maar naar bed wilt.
Maar, in de leesgroep hebben we gezegd, dat we soms maar één psalm op een dag zouden willen lezen. Welnu, dat is gelukt.

De psalm begint wat aarzelend. De psalmzinger weet het nog allemaal niet zo.
Och, dat mijn wegen vast waren
om uw inzettingen te onderhouden.
zegt de dichter in vers 5.

Ik zoek U met mijn ganse hart,
laat mij niet van uw geboden afdwalen.
horen we in vers 10.

Maar geleidelijk aan wordt de dichter zelfverzekerder:
In uw inzettingen zal ik mij verlustigen,
uw woord zal ik niet vergeten.
staat er in vers 16.

En in vers 20 lezen we:
Mijn ziel wordt verteerd van verlangen
naar uw verordeningen te allen tijde.
Zo gaat het door, verzen lang, wankelend tussen arrogantie, hoop en vrees.

En de psalm eindigt mooi met vers 176:
Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht,
want uw geboden vergeet ik niet.

Daar kan ik goed op slapen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten