De laatste vier psalmen van David beginnen naar: David zit in de put, en hoe.
Hij smeekt God hem niet te straffen. Hij meet breed uit, hoe zwaar hij eraan toe is.
Ik herken Job in psalm 38:
Mijn vrienden en bekenden staan afzijdig van mijn plaag,Aan het einde van de psalm verandert de toon: David vraagt niet meer om hulp, hij vertelt niet hoe erg hij er aan toe is, maar hij spreekt nu zijn hoop uit: God zal hem toch wel de helpende hand toesteken?
zelfs mijn verwanten staan van verre.
In psalm 40 is het gelukt:
toen neigde Hij Zich tot mij en hoorde mijn hulpgeroep,En tenslotte komt, in psalm 41, de zekerheid:
Hij trok mij op uit de kuil van het verderf
De Here steunt hem op het ziekbed,En deze laatste psalm van David eindigt met
in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede
Geloofd zij de Here, de God van Israƫl,Van wanhoop en hoop naar overgave en uiteindelijk vreugde.
van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
Amen, ja amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten