Angstige psalmen. De dichter schreeuwt het uit: 'Red mij van de boze mensen', 'Behoed mij ... voor de handen van de goddelozen', 'mijn luide smekingen', allemaal in psalm 140.
Hij roept God op zijn vijanden te treffen: 'gloeiende kolen mogen op hem neerdalen.'
En eindigt alvast devoot met vers 14:
Waarlijk, de rechtvaardigen zullen uw naam loven,Dat doet de dichter vaker, ook in psalm 142 zie je het in vers 8:
de oprechten zullen voor uw aangezicht wonen.
de rechtvaardigen zullen mij omringenMaar in psalm 143 verandert de toon. Nog steeds wordt God opgeroepen de vijanden van de dichter te verdelgen. Maar de psalm eindigt nu in vers 12 met
wanneer Gij mij weldoet.
want ik ben uw knecht.Geen beloften meer, alleen maar: ik hoor toch bij U, help mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten