maandag 2 november 2015

Vissers

Grappig is dat: de verschillende evangeliën bevatten vaak dezelfde verhalen, maar ze staan wel op verschillende plaatsen binnen het boek. Dus had ik niet in de gaten, dat pas relatief laat in Lukas de bekering van Simon, de latere Petrus, wordt beschreven.
Tot nog toe vind ik dit evangelie de mooiste beschrijving bevatten:
Jezus spreekt de menigte toe vanuit één van de twee vissersboten die net zijn binnengekomen (zou Hij de mensen niet zo dicht meer bij zich willen hebben?) en daarna zegt Hij tegen één van de vissers, Simon, dat ze weer kunnen gaan vissen. In diep water, dat wel.
Tja, zeggen de vissers, we hebben net gevist, de hele nacht lang. En niets gevangen. Maar als U dat wilt, zullen we het nog eens proberen.
Je voelt de twijfel in Simons stem. En zijn behoefte om Jezus te plezieren.
Jezus is ook de kwaadste niet. Hij zorgt er niet alleen voor dat de vissers vis vangen, Hij laat ze ook veel vis vangen. Wat zeg ik: heel veel, heel erg veel, heel heel erg veel. Zo veel, dat de netten van de boot bijna scheuren, de vissers van de andere boot te hulp moeten komen en uiteindelijk beide schepen zo vol raken dat ze bijna, maar gelukkig net niet, zinken.

Daar kan Simon natuurlijk niet tegenop. Hij weet nu heel zeker dat hij met een heilig man te maken heeft. Hij verzoekt Jezus dan ook maar weg te gaan, want hij vindt zichzelf te zondig voor Jezus.
Duidelijk aan het vissen geweest toen Jezus de Farizeeërs uitlegde dat Hij juist voor de zondaars was gekomen. En Jezus neemt dan ook meteen Petrus aan als leerling.

Een verstandige zet. We weten, hoezeer Petrus uiteindelijk pleitbezorger is geworden van de leer van Jezus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten