vrijdag 20 november 2015

Dubbele nationaliteit

Heel interessant: Paulus wordt in Handelingen 21 gevangen genomen en spreekt een Romeins overste aan. Hoewel het niet in de Bijbel staat, weet ik van school nog dat in hogere Romeinse kringen Grieks werd gesproken, enigszins vergelijkbaar met het Frans dat vroeger in de betere kringen  werd gesproken. De overste is verbaasd: hij dacht even dat de Joden te hoop liepen tegen een Egyptenaar die op dat moment gezocht wordt. Paulus meldt de overste, dat hij graag 'het volk' wil toespreken.
Dat mag. Het gaat goed, totdat Paulus begint over 'de heidenen.' Dat pikken zijn medejoden niet: ze vinden hem een landverrader.

Goed, dus Paulus is een Jood. Maar, zodra de overste hem wil laten geselen, vertelt Paulus, dat hij een Romein is. En nog wel een van geboorte, in tegenstelling tot de overste, die er flink voor heeft moeten betalen. Je vraagt je af, of je hier inderdaad enige naijver bespeurt.
De overste besluit Paulus dan maar niet te geselen.

En vervolgens wordt Paulus als een hete aardappel van de één naar de andere autoriteit geschoven: van de Romeinse overste naar de Joodse Raad; nadat er grote ruzie is ontstaan tussen twee Joodse groeperingen weer terug naar de overste; dan, als er een complot tegen Paulus blijkt te zijn wordt Paulus midden in de nacht van zijn bed gelicht en naar Caesaréa gebracht. Daar blijft hij een tijd gevangen, komen de vertegenwoordigers van de Raad hem aanklagen en blijft hij gevangen in Casaréa, simpelweg omdat men niet weet, wat men met hem aanmoet.

En tussen dat alles door hoorde ik vanavond in mijn hoofd een lied, dat wij in onze kerk zingen:

Wij zullen, Jood en Griek, zijn lichaam worden

Geen opmerkingen:

Een reactie posten