zondag 1 november 2015

Buitenlanders

Zoals al eerder op dit blog gemeld, ben ik gek op stambomen.
Ik heb daarom in Lukas 3:23-38 de stamboom van Jozef, de man van Maria, vanavond aandachtig doorgelezen.
Jozef is een afstammeling van David, een herdersjongen die koning werd.
David op zijn beurt is een afstammeling van Boaz, die zoals we weten met Ruth getrouwd was, een Moabitische. Een buitenlandse vrouw dus, voormoeder van de wettelijke vader van Jezus. Dat is interessant, zeker als je in aanmerking neemt dat God keer op keer waarschuwt dat je niet met een buitenlander of buitenlandse moet huwen: het geslacht moet zuiver blijven.
Maar Ruth is dan ook inderdaad een speciaal geval. Er is een heel Bijbelboek gewijd aan deze buitenlandse, die familie en vaderland achter zich liet om haar schoonmoeder Naomi naar dier (mooi woord!) vaderland terug te brengen. Haar schoonzussen probeerden dat ook. Hen lukte het niet. Ruth wel. En als beloning trouwde zij met Boaz, familie van Ruth's schoonmoeder Naomi, en werd ze een voorouder van David.
Mooi.

Er wordt wel meer verrassends verteld over buitenlanders. Zo houdt Jezus in de tempel in zijn geboortestad de aanwezigen voor dat hoewel er genoeg joodse weduwen waren, Elia een buitenlandse weduwe heeft geholpen, en hoewel er genoeg joodse melaatsen waren, Elisa een Syriƫr heeft genezen (Lukas 4:25-30).

Dat pikken zijn stadsgenoten niet. Zijn zij de hele tijd trouw aan de wetten, komt zo'n zoon van een timmerman ze even vertellen dat ook buitenlanders worden geholpen. Bij voorkeur zelfs.

Ik heb het gevoel dat Jezus zijn stadsgenoten ongelooflijk zit te jennen hier. Met succes. Ze gooien hem de stad uit en proberen hem zelfs van de stadsmuur te gooien. Maar dan loopt hij rustig tussen ze door en gaat weg.

Ook dat nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten