woensdag 11 november 2015

Lazarus

Een vreemd, intrigerend verhaal in Johannes 11:1-44. Jezus kent Lazarus. Hij is een goede vriend. Jezus is ook bevriend met de zussen van Lazarus, Maria en Marta. Als Lazarus ernstig ziek wordt, gaat hij er op bezoek.
En toch, en toch: Jezus gaat weg, terwijl Hij weet, dat Lazarus dood zal gaan. Pas vier dagen later keert Hij terug. En wat zegt Hij: Lazarus is niet dood hoor, maar Ik moest jullie wel even bewijzen hoe goed Ik ben. Dat doe Ik voor jullie hoor, Ikzelf hoef het niet zo nodig te bewijzen.
Maria en Marta verwijten hem ondertussen, dat Hij niet heeft voorkomen, dat hun broer doodging. Wacht maar af, zegt Jezus. Hij gaat naar het graf en roept: Lazarus, kom er eens uit.
En daar komt Lazarus, nog stinkend naar lijkgeur, de zweetdoek nog om zijn gezicht. Maar hij leeft wel.
En ondertussen lezen we, dat Jezus kwaad is, en Zijn boosheid verbergt.

De hoofdvraag is en blijft natuurlijk: Had Jezus dat Zijn vriend en diens zussen niet kunnen besparen?
Kennelijk niet.

Maar ik vind het maar niets. Zo hoort een vriendschap voor mij niet te gaan: iemand laten creperen, omdat jij zo nodig iets te bewijzen hebt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten