maandag 21 september 2015

Na Mozes

In Exodus houdt Mozes God tegen.
Telkens als God roept, dat Hij genoeg heeft van dat zooitje ongeregeld, zegt Mozes: Dat kunt u niet doen, Goed. Iedereen zal u verschrikkelijk uitlachen. Wat is dat voor een God, zullen ze zeggen, die zijn eigen volk doodt.
En telkens weer laat God zich tegenhouden.

Maar nu, eeuwen na Mozes (ik ben geen bijbelexegete, ik weet dus niet hoeveel tijd er verstreken is tussen Exodus en Ezechiël), heeft God er genoeg van. Hij zal - bijna - Zijn hele volk uitroeien. Die paar die overblijven, kunnen getuigen wat Hij gedaan heeft. Maar de rest: dood. God zal de wereld wel eens laten zien, wat er gebeurt, wanneer er niet naar Hem geluisterd wordt.
Een puinhoop, een puinhoop zal Ik ze maken.
(Ezechiël 21:27)


Verwarrend. Want een paar hoofdstukken geleden heeft God het nog over persoonlijke schuld en onschuld. En nu is hij zo boos, zo 'vertoornd', dat hij niet meer tegen te houden is.
Ik zal Mijn zwaard uit de schede trekken en onder u uitroeien, zowel de rechtvaardige als de goddeloze.
(Ezechiel: 21:3-4)
en
Ik zal noch ophouden noch sparen noch medelijnen tonen.
(Ezechiël 24:14)
En, wat mij heel erg onrustig maakt: er spreekt een zekere wellust uit de woorden van God, zoals Ezechiël die tot ons brengt.
Hij lijkt te zwelgen in zijn moorden, te zwelgen in zijn beschrijving van Jeruzalem als een hoer.

Zoals ik gisteren al zei: ik zal blij toe zijn, als ik aan het volgende Bijbelboek kan beginnen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten