donderdag 29 januari 2015

Jakob en zijn familie

Jakobs familie breidt zich maar uit.
En als Jakob uiteindelijk weer naar zijn familie wil terugkeren, is het duidelijk dat hij veel zal moeten meenemen. Aangezien Laban een gierig man is, kan dat wel eens problemen opleveren.
Jakob is Jakob: hij sjoemelt dus. Hij spreekt met Laban af, dat hij al het gestreepte en gespikkelde vee mag hebben, en de zwarte schapen en zorgt er vervolgens voor dat er veel meer van die schapen worden geboren. De zoons van Laban zijn ook niet op hun achterhoofd gevallen, en hebben wel in de gaten dat er iets fout zit.
Hun gemor doet Jakob besluiten dat hij maar wat sneller weg moet dan verwacht. Hij roept zijn vrouwen bij zich, houdt een larmoyant verhaal, dat ook nog wordt geslikt door de vrouwen en gaat ervandoor. In de tussentijd steelt Rachel een duur juweel van haar vader.
Het duurt even voordat Laban erachter is, dat Jakob met vrouwen, kinderen en vee gevlucht is, maar dan komt hij ook achter zijn schoonzoon aan. Er is wat geharrewar over en weer en uiteindelijk sluiten de twee een gewapende vrede. Dat komt waarschijnlijk ook doordat Laban bij de 'tentzoeking' zijn kostbare juweel niet vindt. Rachel heeft het op een slimme manier verborgen gehouden.

Jakob trekt verder. Hij maakt zichzelf steeds banger voor het weerzien met zijn broer. Esau.
Op een nacht heeft hij een worstelpartij met een onbekende. De argeloze lezer denkt eerst misschien nog dat het zijn broer is, maar nee, het is een engel. Of misschien zelfs wel God.
De lezer merkt, dat hij een geweldig strateeg is: hij verdeelt de familie in groepen en stuurt de herders en slaven vooruit met geschenken.
Maar Esau heeft nooit zoveel om bezit gegeven. Esau wil eten, daarom verkocht hij het eerstgeboorterecht voor een kom linzensoep. En Esau wil liefde. En daarom vindt hij het zo erg als zijn broer hem de zegen van hun vader ontneemt.
Dus als Esau eindelijk zijn broer terugziet, is er maar één ding wat hij doet: hij valt zijn broer om de hals. En dan gunt Jakob zich eindelijk zijn ware gevoelens: hij is evenals zijn broer in tranen.
Esau hoeft al de cadeaus die Jakob hem wil geven niet. Hij heeft al genoeg. Een behoorlijke tegenstelling met Jakob, lijkt me zo.

Na de verzoening tussen de broers gaat Esau op aandringen van Jakob weer naar huis. Jakob gaat heel wat langzamer in de richting van het land van zijn broer: hij wil de kinderen en het vee sparen.
En dan, als je zou denken dat hij nu eindelijk verder kan leven in vrede, gebeurt er weer iets: de enige dochter van Jakob, Dina, wordt verkracht. Maar haar verkrachter wil met haar trouwen. In veel culturen zou dat een goedmaker zijn. Maar niet voor de rouwdouwers van zonen van Jakob. Ze doen alsof ze toestemmen, zeggen dat dan wel de toekomstige echtgenoot van hun zus zich moet laten besnijden, en de hele mannelijke bevolking van zijn stad met hem.
Slim, want op de derde dag, als de mannen het meest last hebben van hun besnijdenis, vallen de broers aan. En doden alle mannen van de stad. Op Jakobs verwijt dat hij nu wel eens oorlog kan krijgen met de buurvolkeren antwoorden ze, dat ze niet wilden toestaan dat hun zus als hoer werd behandeld.

Klein puntje: wat vond Dina hier allemaal van?
Bedankte ze haar broers? Was ze boos op hen?
De Bijbel vertelt het niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten