zondag 4 oktober 2015

Micha

Micha begint meteen krachtig. Al in het eerste hoofdstuk, in de eerste paar verzen, wordt duidelijk, dat Samaria verwoest zal worden. Er is teveel kwaad geschied, het is niet meer te redden.
Daarna barst de profeet in geklaag en gejammer uit over het lot dat het volk van God te wachten staat, als het zich niet bekeert.
De machthebbers krijgen een sneer en de valse profeten.

Wat ik me daarbij altijd weer afvraag: hoe weet de gemiddelde luisteraar nou, dat Micha niet zelf een valse profeet is? Ook hij zegt toch, dat hij het woord van God verkondigt?
Misschien kun je het wel weten, om wat hij zegt. Hij smeert de luisteraar geen stroop om de mond, hij zegt niet: Jullie doen het goed. Nee, hij vertelt de mensen dat ze alles fout doen en dat het verkeerd met hen zal aflopen.

Geen gemakkelijke boodschap.

Maar ook Micha brengt troost. Het zal erg worden zegt hij, en nog erger. Maar de kleine aantallen die overblijven, daar zal God voor zorgen. Hij zal vrede brengen. Een zodanig durende vrede, dat de zwaarden kunnen worden omgesmeed tot ploegscharen, en speren tot snoeimessen. Dat klinkt goed. Dat klinkt hoopgevend. En als wankelend gelovige vraag ik me dan meteen af, waarom het niet is gelukt. Micha had het toch voorspeld? En toch hebben we nu heel wat meer wapens dan ooit. Worden er op talloze plaatsen op deze aarde oorlogen gevoerd. En op andere plaatsen worden de wapens gemaakt om ze te voeren.

En het is zo simpel, zegt Micha. God vraagt niet om brandoffers. Niet om kalveren, rammen of oliebeken. Niet om mensenoffers. Maar de mens zal worden gered, als hij het goede doet, als hij wandelt met God.

Soms kan het leven heerlijk simpel zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten