vrijdag 3 juli 2015

IJdelheid

Vreemd, ik had me nooit gerealiseerd, dat de Prediker Salomo zelf was. Want wie anders kan bedoeld worden als hijzelf zegt: 'Ik, Prediker, was koning over Israël te Jeruzalem' (Prediker 1:12-13) en
Zo werd ik groter en rijker dan allen die vóór mij te Jeruzalem geweest waren; ondertussen bleef mijn wijsheid mij bij
(Prediker 2:9-10)
Een somber man, al legt ds. Ina Boon in de Bijbelhulp van deze week uit dat het niet zozeer somber is, als wel realistisch.
Maar toch vind ik 'Alle dingen zijn onuitsprekelijk vermoeidend' (Prediker 1:8) wel heel erg somber klinken.
En ook het voortdurend herhalen van 'Alles is ijdelheid'.

Verder spreekt de dichter zich ook wel eens tegen.

In Prediker 2:22-23 staat:
Wat toch heeft een mens voor al zijn zwoegen en voor het streven van zijn hart, waarmee hij zich aftobt onder de zon, wanneer hij gedurende al zijn levensdagen zijn werk doet in smart en verdriet, en zelfs des nachts zijn hart geen rust vindt? Ook dit is ijdelheid.

Maar in Prediker 6:17 zegt de dichter:
Zie, wat ik als goed heb opgemerkt, is dit: dat het voortreffelijk is te eten en te drinken en het goede te genieten bij al het zwoegen, waarmee iemand zich aftobt onder de zon gedurende de weinige dagen van zijn leven

Als we even niet op het aftobben letten, klinkt dat laatste heel wat positiever dan het eerste stuk in Prediker 2..

Even geen last van de smart, maar genieten van het goede leven. Dat zouden we vaker moeten doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten